A1 schrijven

• NT2
• ISK

A1 schrijven

nt2

Let op!

- Schrijf in korte zinnen. 

- Gebruik woorden die je kent.

- Gebruik werkwoorden goed.

- Gebruik de/het.

- Gebruik hoofdletters en punten.

Schrijf over je lievelingseten

Begin: Schrijf een zin om te beginnen. Bijvoorbeeld: "Mijn lievelingseten is..."

Beschrijving: Schrijf twee dingen over je lievelingseten.

Etenstijd: Wanneer eet je dit eten? Schrijf één zin.

Waarom: Waarom vind je dit eten lekker? Schrijf één zin.

Begin: Schrijf een zin om te beginnen. Bijvoorbeeld: "Mijn lievelingseten is..."

Beschrijving: Schrijf twee dingen over je lievelingseten.

Etenstijd: Wanneer eet je dit eten? Schrijf één zin.

Waarom: Waarom vind je dit eten lekker? Schrijf één zin.

Opdracht: Schrijf over de regels in de klas

Begin: Schrijf een zin om te beginnen. Bijvoorbeeld: "In de klas hebben we regels."

Regel 1: Schrijf over één regel in de klas.

Regel 2: Schrijf over een andere regel in de klas.

Waarom: Waarom zijn regels in de klas belangrijk? Schrijf één zin.

Begin: Schrijf een zin om te beginnen. Bijvoorbeeld: "In de klas hebben we regels."

Regel 1: Schrijf over één regel in de klas.

Regel 2: Schrijf over een andere regel in de klas.

Waarom: Waarom zijn regels in de klas belangrijk? Schrijf één zin.