3B SE1

3B1
Nederlands
Voorbereiding SE1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3B1
Nederlands
Voorbereiding SE1

Slide 1 - Slide

Inhoud van het SE
Lezen
- 2 teksten met vragen (12 vragen in totaal)
Grammatica & Spelling
- vaste voorzetsels
- goede persoonsvorm (congruentie)
- zinsontleden
- werkwoordspelling
Schrijven
- verwijswoorden
- schrijven zakelijke e-mail


Slide 2 - Slide

Noem één van
de tekstdoelen

Slide 3 - Mind map

De hoofdzaak van een alinea staat meestal in de ........ zin.

Slide 4 - Open question

Waar of niet waar?
Een schrijver kan alleen zijn eigen mening geven in een tekst.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 5 - Quiz

Het nieuwe onderwerpje wat er bij een alinea begint noemen we het .....

Slide 6 - Open question

Wat is het tekstverband?
Het ging mis, dus we moeten een ander plan bedenken.
A
reden
B
tegenstelling
C
conclusie
D
voorbeeld

Slide 7 - Quiz

Wat is het tekstverband?
Omdat ik goed geleerd heb, heb ik een voldoende.
A
conclusie
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
reden

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?
De inleiding van een tekst kan verschillende functies hebben.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstverband?
Ik had gepland te gaan leren, maar toch heb ik gegamet.
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstverband?
Ik heb verschillende SE's, zoals wiskunde en Engels.
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
conclusie
D
reden

Slide 11 - Quiz

Wat is het signaalwoord?
Ik ga goed leren, want ik wil geen onvoldoendes halen.

Slide 12 - Open question

Wat is het signaalwoord?
Ik doe graag aan sport, bijvoorbeeld fitness.

Slide 13 - Open question

Wat is het signaalwoord?
Ik ben op tijd opgestaan, toch was ik te laat op school.

Slide 14 - Open question

Een zin die de hele tekst samenvat noemen we de ...... van de tekst.

Slide 15 - Open question

Welk vast voorzetsel?
Ik het interesse ..... deze opleiding.

Slide 16 - Open question

Welk vast voorzetsel?
Ik kijk uit ..... de kerstvakantie.

Slide 17 - Open question

Welk vast voorzetsel?
Ben jij ook zo geschrokken .... dat nieuws?

Slide 18 - Open question

Welk zinsdeel zoek je altijd als laatste?
A
O
B
WG
C
LV
D
BWB

Slide 19 - Quiz

Goed of fout?
De brandweer zorgden dat het vuur snel geblust werd.
A
GOED
B
FOUT

Slide 20 - Quiz

Verbeter de persoonsvorm.
Mijn broer en ik fietste naar huis.

Slide 21 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gisteren kocht ik een broodje.

Slide 22 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gelukkig had ik geld meegenomen.

Slide 23 - Open question

Waar of niet waar?
Elke zin heeft een werkwoordelijk gezegde.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 24 - Quiz

Goed of fout?
Vindt jij werkwoordspelling moeilijk?
A
GOED
B
FOUT

Slide 25 - Quiz

Goed of fout?
Het gebeurt vaak dat hij te laat komt.
A
GOED
B
FOUT

Slide 26 - Quiz

GOED of FOUT?
De wonden bloedde heel erg.
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Hij is naar Amsterdam ..... (verhuizen).

Slide 28 - Open question

Ik heb je nog ...... (waarschuwen).

Slide 29 - Open question

Wanneer heb je voor het laatst ..... (werken).

Slide 30 - Open question

De jongen ..... daar loopt heet Tom.

Slide 31 - Open question

Het koekje ........ daar ligt ga ik zo opeten.

Slide 32 - Open question

Ik heb heel lang zitten leren voor mijn SE's, ....... erg zwaar was.

Slide 33 - Open question

De aanhef van een
zakelijke e-mail begint met het woord

Slide 34 - Mind map

De slotgroet van je zakelijke
e-mail is ....

Slide 35 - Mind map

Een zakelijke e-mail
heeft altijd minimaal ..... alinea's.

Slide 36 - Mind map