Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel
Het hormoonstelsel
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het hormoonstelsel
Het hormoonstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het hormoonstelsel?
A
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
B
Alle klieren en organen die hormonen in het lichaam maken
C
Alle hormonen die worden aangemaakt in het lichaam
D
Alle zenuwen die hormonen aanmaken

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Sleutel-slot-principe

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hormonen
  • Hormoonklieren bestaan uit endocrien weefsel (naar binnen afgevend) en geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af
  • Werking hormoon gebeurd niet op de plaats waar ze worden aangemaakt
  • Hormonen vinden via het bloed hun weg

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eiwithormonen

Binden op een cel (kunnen niet door de wand heen)
Werken snel

Zoals: adrenaline, insuline



Steroïdhormonen

Kunnen door de celwand heen
Duurt langer voordat ze werken

Zoals: Oestrogeen, progesteron

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hypothalamus en hypofyse
  • Centrum van het hormoonstelsel
  • hypofyse ligt in je hoofd onder de tussenhersenen
  • hypothalamus ligt boven je hypofyse
  • hypothalamus stuurt de hypofyse aan 
  • Hypofyse bestaat uit 2 kwabben, de hypofysevoorkwab en de hypofyse achterkwab 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hypofysevoorkwab produceert 7 hormonen
  1. TSH (schildklier stimulerend hormoon)
  2. ACTH (bijnierschors stimulerend hormoon)
  3. FSH (follikel stimulerend hormoon) eicellen en zaadcellen
  4. LH (luteïniserend hormoon) eisprong + testosteron
  5. STH (groeihormoon)
  6. prolactine (zorgt voor melkklierweefsel en productie melk)
  7. MSH (melanocyt-stimulerend hormoon) pigment

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hypofyseachterkwab produceert 2 hormonen
  • ADH: anti diuretisch hormoon (regelt waterhuishouding)
  • oxytocine stimuleert baarmoeder samen te trekken en toeschietreflex borstvoeding

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De schildklier
  • maakt schildklierhormonen aan
  • Thyroxine (regelt metabolisme)
  • Calcitonine (verlaagt calcium in je bloed)
  • Bijschildklieren/ parathormoon (verhoogt calcium door dit uit botten vrij te maken + nieren aan te sturen dit niet uit te scheiden)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn calcitonine en het parathormoon van elkaar?
A
antagonisten
B
versterkers
C
niks
D
synoniemen

Slide 11 - Quiz

antagonist is elkaars tegenwerkende stoffen
De bijnieren

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bijnierhormonen vanuit bijnierschors en -merg
Buitenkant bijnier= bijnierschors en produceert 3 hormonen
  1. aldosteron (regelt zoutgehalte in bloed)
  2. cortisol (laat suiker in bloed stijgen, helpt allergische reacties tegen te gaan)
  3. geslachtshormonen (androgeen en oestrogeen)



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bijniermerg
Binnenkant bijnier = bijniermerg (zenuwweefsel) en produceert:

1. adrenaline
2. noradrenaline

= stresshormonen. 

Als hormonen hebben adrenaline en noradrenaline een vergelijkbaar effect. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
De endocriene klieren (eilandjes van Langerhans) maken 2 soorten hormonen:
  1. insuline (verlaagd het suikergehalte in je bloed en stimuleert de lever en spieren om glucose om te zetten tot glycogeen een reservebrandstof
  2. glucagon (verhoogd de bloedsuiker)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Diabetes types
Type 1: insuline afhankelijk (10%)
Type 2: insuline onafhankelijk (90%)
Type 3C: insuline of tabletten (5-10%)

Zwangerschapsdiabetes (bij 1 op de 20) meestal type 2

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wanneer meer kans op DM2?
  • erfelijke aanleg 
  • (ernstig) overgewicht
  • te weinig bewegen
  • roken
  • voeding

    Een gezonde leefstijl kan helpen om diabetes type 2 te voorkomen. Maar dat lukt niet altijd. Bijvoorbeeld als de erfelijke aanleg te sterk is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Symptomen type 1

  • Vaak dorst en veel plassen
  • Afvallen zonder reden
  • Ziek en beroerd voelen
  • Constant hongergevoel
  • Wazig zien



Symptomen type 2

  • Vaak dorst en veel plassen
  • Vermoeidheid
  • Oogklachten; rode, branderige ogen, wazig zien, dubbel zien
  • Slecht genezende wondjes
  • Kortademigheid
  • Pijn in benen bij het lopen
  • Vaak terugkerende infecties

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
  • Hypoglykemie: te lage bloedsuiker
  • Hyperglykemie: te hoge bloedsuiker
  • Beschadiging van de kleine bloedvaten in de ogen: slechtziendheid/blindheid
  • Aantasting zenuwstelsel: verminderd gevoel
  • Aantasting bloedvaten (aderverkalking, CVA, slechte doorbloeding van de benen)
  • Beschadiging van de nieren (slechtere werking)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken hypo? En oorzaken hyper?

Slide 23 - Open question

Oorzaken hypo:
Teveel insuline gespoten of opgenomen
Niet of te laat gegeten na spuiten
Braken
Extra energieverbruik
Alcoholgebruik
Infecties
Stress
Verandering in voeding

Oorzaken hyper
Te weinig insuline gespoten of opgenomen
Te veel voeding
Tijdstip eten en spuiten niet goed afgestemd
Stress
Koorts  geeft stijging glucose in het bloed
Toename diabetes
Medicijnen die insuline tegenwerken
Verandering in leefgewoontes

Symptomen hypo kwetsbare oudere

  • Incontinentie
  • Desoriëntatie
  • Verandering persoonlijkheid en stemming
  • Vallen
  • Hallucinaties

Symptomen hyper kwetsbare oudere

  • Gewichtsverlies
  • Toenemende verwardheid
  • Toenemende verschijnselen van dementie
  • Vallen
  • Incontinentie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsklieren m/v
  • zaadballen: produceren testosteron

  • eierstokken: produceren oestrogeen en progesteron



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oestrogeen en progesteron
Oestrogeen: 
  1. stimuleert ontwikkeling vrouwelijke geslachtsorganen
  2. ontwikkelt borstweefsel
  3. invloed op de lengtegroei
  4. rol bij menstruatie
Progesteron:
  1. zorgt dat baarmoederslijmvlies geschikt wordt voor innesteling eicel
  2. placenta produceert veel progesteron zodat zwangerschap in stand blijft


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Pijnappelklier
  • Ligt in de middenhersenen, zo groot als een erwt
  • Maakt melatonine aan. Dag en nachtritme 

Slide 27 - Slide

pijnappelklier = epifyse
Waar wordt het hormoon testosteron gemaakt?
A
cellen van Leydig
B
eilandjes van Langerhans
C
zaadbal
D
bijbal

Slide 28 - Quiz

In de zaadballen zitten de cellen van Leydig die testosteron produceren
Aanwezigheid van testosteron stimuleert ..?
A
vetweefsel
B
eiwitgroei
C
spierweefsel
D
zaadcellen

Slide 29 - Quiz

door eiwitgroet meer spieren en minder vetweefsel dan vrouwen
Wat hoort bij wat?
een belangrijke hormoonklier
een ander woord voor hormonen
stoffen die berichten doorgeven aan organen
vervoert hormonen
Organen die hormonen maken
hormonen
hormoonklieren
bloed
regelstoffen
hypofyse

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Hormonen via endocriene cellen in andere organen
Weefselhormonen
  • Gastrine :stimuleert productie maagsap
  • Secretine: vertering voedsel
  • EPO (erytropoetine) in nier weefsel gemaakt zorgt voor aanmaak rode bloedcellen
  • Histamine: komt vrij bij kapotte wondjes en allergieën

Slide 31 - Slide

This item has no instructions