2BK Week 5 Lesson 1 (Unit 3.5 Speaking/words)

Week 5: lesson 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 5: lesson 1

Slide 1 - Slide

Homework

You needed to finish exercises A-D of Lesson 3.4 Listening & Watching today

Slide 2 - Slide


Last lesson

You can practice your listening & watching skills


This lesson

You can practice your speaking skills

Taaldoel: 

Wat betekent "instead"?

Lesson goals

Slide 3 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4.  Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 4 - Slide

Lesson plan

1.  Woorden Quiz
2.  Lesson 3.5 Speaking 
3. Did we achieve our lesson goals?

Slide 5 - Slide

Wat betekent "earn" in het Nederlands?
A
eren
B
verdienen
C
erna
D
eerlijk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent "lovely" in het Nederlands?
A
liefdevol
B
verkeerd
C
mooi
D
later

Slide 7 - Quiz

Wat betekent "in plaats daarvan" in het Engels?
A
instead
B
in place of
C
in its place
D
except for

Slide 8 - Quiz

Wat betekent "koopje" in het Engels?
A
little sale
B
discount
C
cheap
D
bargain

Slide 9 - Quiz

Was dit moeilijk?
Ga naar Checkbook 3.10 A Words lesson 4





Slide 10 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4.  Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 11 - Slide

Lesson 3.5 Speaking
Make exercise A to D

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Make E+F + "Zelf Oefenen"

Slide 12 - Slide

Lesson goals:

You can practice your speaking skills

Taaldoel:


Wat betekent "instead"?




Homework :

- Finish exercises A-D of Lesson 3.5 Speaking



Slide 13 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4.  Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 14 - Slide

Time left? Let's play Kahoot

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide