ik kan een gesprek over winkelen begrijpen en ken de woorden die hier mee te maken hebben

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

mes meilleurs voeux pour 2021 

Slide 3 - Slide



Doel van deze les
* ik kan een gesprek over winkelen begrijpen
* ik ken de woorden die hier mee te maken hebben 

Slide 4 - Slide



inhoud 
van de les
* doornemen inhoud hoofdstuk 3 
*introductie ex 1ab 2
* voca A 
* Bron A 
4a klassikaal
4bc, 5 (in groepjes)

Slide 5 - Slide

chapitre 1 : vertellen over je vakantie
chapitre 2 : vertellen over jezelf 

Chapitre 3 : ?
page 94 95 

Slide 6 - Slide

Welke Franse gerechten ken je?

Slide 7 - Mind map

regarder un film


Welke dingen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk

Slide 8 - Slide

regarder un film
page 96 exercice 2a 
dikgedrukte woorden nummeren
wat zou het kunnen betekenen? 

Slide 9 - Slide

regarder un film
page 97 exercice 2b
le mots cachés!!!
5 minutes!

Slide 10 - Slide

page 128 vocabulaire A 
écoute et répète

voca B chapitre 3

Slide 11 - Slide

page 128 vocabulaire A 
écoute et répète

voca B chapitre 3

Slide 12 - Slide

page 128 vocabulaire A 
apprendre (leren) prononciation (uitspraak)
(5 minutes)
voca A chapitre 3

Slide 13 - Slide

qu'est-ce que tu aimes faire après l'école?
A
ranger ta chambre
B
regarder un film
C
discuter avec tes amis
D
dormir

Slide 14 - Quiz

1. Qui est Liam?
2. Évan veut acheter un short de bain. Pourquoi?
3. évan et Liam vont dans quel magasin?
Oups pauvre Évan!

Slide 15 - Open question


Liam kiest een zwembroek voor zijn broer en..... 
Oups, pauvre Évan (la suite)
A
Évan vindt hem leuk
B
Hij gaat zelf passen
C
Hij is helaas te klein

Slide 16 - Quiz


Liam en zijn broer kopen uiteindelijk.....
A
allebei een nieuwe zwembroek
B
een zwembroek voor Évan
C
een zwembroek voor Liam

Slide 17 - Quiz


Évan komt tot de ontdekking dat hij .....
A
de verkeerde zwembroek bij zich heeft
B
zijn oude zwembroek bij zich heeft
C
zijn zwembroek is vergeten

Slide 18 - Quiz


Évan en Matéo reageren....
A
beiden in paniek
B
met grapjes
C
verschillend

Slide 19 - Quiz

Ik kan een Franse tekst over winkelen
heel goed/ goed/ redelijk/ niet verstaan
A
heel goed
B
goed
C
redelijk
D
niet

Slide 20 - Quiz

welke Franse woorden ken ik die met winkelen te maken hebben

Slide 21 - Mind map

les devoirs pour:
jeudi 7 janvier 2021
L : blz 128 vocabulaire A F-N 

m: online slimstampen hoofdstuk 3 voca A F-N 
(oefenen, leren, overhoren)

Slide 22 - Slide