intro ch3 + bron A

Bonjour !
Bonjour!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour !
Bonjour!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

La neige=
de sneeuw

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
* Introduction chapitre 3*
=> Iets kopen 

=> Cijfers Vlog: aujourd'hui:)
JULLIE ZIJN CREATIEF!!!!!!!!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

chapitre 1 : vertellen over je vakantie
chapitre 2 : vertellen over jezelf 

Chapitre 3 : ?
page 94 95 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Regarder un film

(Noordhoff hoofdstuk 3 introduction)

Welke dingen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Au travail
Maak exercices 2&3 online af.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

regarder un film
page 96 exercice 2a 
dikgedrukte woorden nummeren
wat zou het kunnen betekenen? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

regarder un film
page 97 exercice 2b
le mots cachés!!!
5 minutes!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Au revoir :)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

BONJOUR!!!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Partie 1: on fait les boutiques 
A. Ecouter : leerdoelen: 
Aan het eind van deze paragraaf kun je een gesprek over winkelen begrijpen, ken je woorden die te maken hebben met winkelen en weet je hoe je kunt leren aan de hand van ezelsbruggetjes.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

qu'est-ce que tu aimes faire après l'école?
A
ranger ta chambre
B
regarder un film
C
discuter avec tes amis
D
dormir

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Prenez vos livre à la page 99

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1. Qui est Liam?
2. Évan veut acheter un short de bain. Pourquoi?
3. évan et Liam vont dans quel magasin?
Oups pauvre Évan!

Slide 14 - Open question

This item has no instructions


Liam kiest een zwembroek voor zijn broer en..... 
Oups, pauvre Évan (la suite)
A
Évan vindt hem leuk
B
Hij gaat hem zelf passen
C
Hij is helaas te klein

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Liam en zijn broer kopen uiteindelijk.....
A
allebei een nieuwe zwembroek
B
een zwembroek voor Évan
C
een zwembroek voor Liam

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Évan komt tot de ontdekking dat hij .....
A
de verkeerde zwembroek bij zich heeft
B
zijn oude zwembroek bij zich heeft
C
zijn zwembroek is vergeten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Évan en Matéo reageren....
A
beiden in paniek
B
met grapjes
C
verschillend

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan een Franse tekst over winkelen
heel goed/ goed/ redelijk/ niet verstaan
A
heel goed
B
goed
C
redelijk
D
niet

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Maak duo's van de volgende woorden:
prendre
petit
les magasins
beau
le short de bain
moche
La piscine
grand
Le centre commercial
acheter

Slide 20 - Drag question

waarom?
A: Je voudrais acheter un nouveau jean.
D'accord! On y va!
Pas mal. 
Tu veux l'acheter?
Tu fais quelle taille?
Du M
On va en ville ce weekend?
Oui, il est beau
Comment tu trouves le jean bleu?

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

A: Frans ← → Nederlands

- On va en ville, ce weekend? : Gaan we dit weekend naar de stad?
- Oui, je voudrais acheter un nouveau jean:  Ja, ik wil een nieuwe spijkerbroek kopen.
Comment tu trouves ce jean bleu? : Hoe vind je deze blauwe spijkerbroek?
Pas mal :  Niet slecht. / Leuk.
Tu fais quelle taille? Welke maat heb je?
Du M:        M.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

les devoirs 

-  6b p100 maken
- Zoek zelf een ezelsbruggetje voor vocabulaire: 
~~bv:  belle et la bête 


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

TUYAU:      Ezelsbruggetjes

Een ezelsbruggetje is een rijmpje of een handigheidje om iets te onthouden. Meestal heeft het te maken met de klank, de vorm of de schrijfwijze van een woord.
Om het aantal ff-en en ss-en te onthouden in het woord professeur, kun je bijvoorbeeld het volgende ezelsbruggetje gebruiken: de leraar = le professeur … want de leraar heeft één fiets (dus 1 f) en twee sokken (dus een dubbele s)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

SectionB: leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je een tekst over sneakers begrijpen, ken je woorden die te maken hebben met kleding en weet je hoe teksten worden opgebouwd.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

welke Franse woorden ken ik die met winkelen te maken hebben

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions