2.1 en 2.2 Quiz

Binnen het recht bestaan verschillende rechtsgebieden. Welke 2 zijn dat?
1 / 21
next
Slide 1: Open question
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Binnen het recht bestaan verschillende rechtsgebieden. Welke 2 zijn dat?

Slide 1 - Open question

waarover gaat deze afbeelding?
A
publiekrecht
B
privaatrecht

Slide 2 - Quiz

Het recht is in beweging.
Wat betekent dit?

Slide 3 - Open question

Eeuwenlang had de bevolking van Europa nauwelijks rechten. Koningen konden doen wat ze wilden. Met de .....................in de achttiende eeuw kwam er steeds meer verzet tegen dit onrecht. Burgers kregen meer kennis en verzetten zich tegen dit onrecht. Hoe noemen we die 18e eeuw ook wel?
A
De Gouden Eeuw
B
De eeuw van het verzet
C
De Verlichting
D
De renaissance

Slide 4 - Quiz

Waarom was het jaar 1789 belangrijk voor het ontstaan van de rechtsstaat?

Slide 5 - Open question

Wat is een rechtsstaat?

Slide 6 - Open question

Waarom is het fijn om in een rechtsstaat te leven?

Slide 7 - Open question

Welke 2 kerntaken heeft de overheid in een rechtsstaat?

Slide 8 - Open question

Hoe noemen we het dat de overheid meer macht heeft en als enige geweld mag gebruiken?
A
machtsmisbruik
B
rechtsbescherming
C
Geweldsmonopolie

Slide 9 - Quiz

Kun je een land noemen zonder rechtsstaat?

Slide 10 - Open question

Een rechtsstaat voldoet aan 3 voorwaarden:
1. grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet
2. er is een verdeling van macht
3.
Wat is de derde?

Slide 11 - Open question

Wat is het belangrijkste document van ons land?

Slide 12 - Open question

Grondrechten noemen we ook wel mensenrechten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Grondrechten zijn er in 2 soorten:
1. klassieke grondrechten
2.
Wat moet er bij 2 staan?

Slide 14 - Open question

Kun je naar de rechter stappen omdat een overheid niet zorgt voor jouw sociale grondrechten?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Montesquieu bedacht de 'trias politica'.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Om welke macht gaat het hier?
A
wetgevende macht
B
uitvoerende macht
C
rechterlijke macht

Slide 17 - Quiz

Om welke macht gaat het hier?
A
wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
rechterlijke macht

Slide 18 - Quiz

Om welke macht gaat het hier?
A
wetgevende macht
B
uitvoerende macht
C
rechterlijke macht

Slide 19 - Quiz

Welke van de 3 machten maakt de wetten?

Slide 20 - Open question

Volgens dit beginsel mag de overheid alleen de vrijheid van burgers beperken als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd.

Slide 21 - Open question