les 3: de bevalling

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

De bevalling

Na de les weet je:

• wat de vier stadia van de bevalling zijn.

 

• wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling.

• wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn.

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat weet je al van de bevalling?

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.

1. 32-35 weken
2. 35-38 weken
3. 38-41 weken
4. 41-44 weken

Geboren na een normale zwangerschapsduur

Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)

Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)

Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap

Serotien

Prematuur

Dysmatuur

A terme

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?

1. malaise
2. morbus
3. palpatie
4. partus

malaise = onwel voelen

palpatie = betasten

morbus = ziekte

De bevalling, baring of partus

Vier baringstijdperken:

• Ontsluitingstijdperk
• Uitdrijvingstijdperk
• Nageboortetijdperk
• Postplacentaire tijdperk

Ontsluitingstijdperk

Verschijnselen:

• Regelmatige contracties van de uterus, weeën
  (om de 3-5 min. ged. 45-60 sec.)
• Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
• Breken van de vliezen: (helder met vlokjes) vruchtwater loopt af

• Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher

Ontsluiting

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?

1. 60 - 100 x/min.
2. 80 - 100 x/min.
3. 90 - 110 x/min.
4. 110 - 150 x/min.

Uitdrijvingstijdperk

• Persdrang, persen bij V.O.
• Zo nodig vliezen kunstmatig breken
• Inwendige en uitwendige spildraai

Bevallingshoudingen

• Zittend (baarkruk)
• Liggend met opgetrokken benen
• In bad
• ... 

Episiotomie of ruptuur

• Episiotomie = knip in perineum
  
  
• Ruptuur = inscheuring 

Nageboortetijdperk

• Baby op buik moeder → warm houden
• Slijm uit mondje baby  → huilen
• Navelstreng afklemmen en doorknippen
• Baby aan de borst: 
  gouden uur

De nageboorte 

• Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
• 5 - 60 min. na de geboorte van de baby

Postplacentaire tijdperk - moeder

• Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
• Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
• Urineren na de partus
• Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
• Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus)

Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?

1. Aangezichtsligging
2. Achterhoofdsligging
3. Kruinligging
4. Voorhoofdsligging

Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?

1. 5 cm.
2. 10 cm.
3. 15 cm.
4. 20 cm.

Jij werkt als verpleegkundige op de kraamafdeling

Waar let jij tijdens de bevalling op?

• Hygiëne 
• Ondersteunen bij weeën 
• Ondersteunen bij ademhaling 
• Verzorging van de barende 
• Assisteren van de verloskundige tijdens de verschillende fase

Na de les weet je:

Wat de vier stadia van de bevalling zijn

 

Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling

Wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn

Welk cijfer geef je deze les?

110

Volgende les

Complicaties tijdens de bevalling