les 3: de bevalling

De bevalling
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De bevalling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Na de les weet je:
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn.
 
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling.

  • Wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn.



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van de bevalling?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
A
32-35 weken
B
35-38 weken
C
38-41 weken
D
41-44 weken

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Geboren na een normale zwangerschapsduur
Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)
Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)
Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
Serotien
Prematuur
Dysmatuur
A terme

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?
A
malaise
B
morbus
C
palpatie
D
partus

Slide 7 - Quiz

malaise = onwel voelen
palpatie = betasten
morbus = ziekte
De bevalling, baring of partus
Drie baringstijdperken:
  • Ontsluitingstijdperk
  • Uitdrijvingstijdperk
  • Nageboortetijdperk
  • Postplacentaire tijdperk

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ontsluitingstijdperk
Verschijnselen:
  • Regelmatige contracties van de uterus, weeën
    (om de 3-5 min. ged. 45-60 sec.)
  • Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
  • Breken van de vliezen: (helder met vlokjes) vruchtwater loopt af
  • Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ontsluiting

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?
A
60 - 100 x/min.
B
80 - 100 x/min.
C
90 - 110 x/min.
D
110 - 150 x/min.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Uitdrijvingstijdperk
  • Persdrang, persen bij V.O.
  • Zo nodig vliezen kunstmatig breken
  • Inwendige en uitwendige spildraai

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bevallingshoudingen
  • Zittend (baarkruk)
  • Liggend met opgetrokken benen
  • In bad
  • ... 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Episiotomie of ruptuur
  • Episiotomie = knip in perineum

  • Ruptuur = inscheuring 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nageboortetijdperk
  • Baby op buik moeder → warm houden
  • Slijm uit mondje baby  → huilen
  • Navelstreng afklemmen en doorknippen
  • Baby aan de borst: 
    gouden uur

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De nageboorte 
  • Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
  • 5 - 60 min. na de geboorte van de baby

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Postplacentaire tijdperk - moeder
  • Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
  • Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
  • Urineren na de partus
  • Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
  • Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?
A
Aangezichtsligging
B
Achterhoofdsligging
C
Kruinligging
D
Voorhoofdsligging

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?
A
5 cm.
B
10 cm.
C
15 cm.
D
20 cm.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie dingen die je hebt geleerd over de partus

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Jij werkt als verpleegkundige op de kraamafdeling
Waar let jij tijdens de bevalling op?

  • Hygiëne 
  • Ondersteunen bij weeën 
  • Ondersteunen bij ademhaling 
  • Verzorging van de barende 
  • Assisteren van de verloskundige tijdens de verschillende fase
Maak een presentatie van 3 minuten.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Na de les weet je:
Wat de vier stadia van de bevalling zijn
 
Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling

Wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Volgende les
Complicaties tijdens de bevalling

Slide 25 - Slide

This item has no instructions