Hoofdstuk 4 - paragraaf 4.1 - deel 1

Wij starten met lezen. 
Zorg dat je leesboek op tafel ligt.
Pak ook alvast je werkboek. 
timer
1:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wij starten met lezen. 
Zorg dat je leesboek op tafel ligt.
Pak ook alvast je werkboek. 
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Paragraaf 4.3
In paragraaf 4.3 leren wij:

- De tekstdoelen informeren en amuseren herkennen
- instructies herkennen
- verwijswoorden herkennen
- signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven

Slide 2 - Slide

Vandaag
Herhalen wij de kennis die wij geleerd hebben in hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 4

Slide 3 - Slide

Opdracht 1

Slide 4 - Slide

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst

Slide 5 - Quiz

Zijn hoofd of bijzaken belangrijker in een tekst?
A
hoofdzaken belangrijker dan bijzaken
B
bijzaken belangrijker dan hoofdzaken

Slide 6 - Quiz

Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Verkennend lezen

Slide 8 - Mind map

Wat is het signaalwoord + verband:

Grote schoonmaak
Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.

A
Rotzooi - signaalwoord opsomming
B
Grote - signaalwoord toelichting
C
daarentegen - signaalwoord tegenstelling
D
Goed - signaalwoord voorbeeld

Slide 9 - Quiz

Signaalwoorden tegenstelling zijn:
A
verder, ten slotte, en
B
kortom, dus
C
tegenover, hoewel, echter

Slide 10 - Quiz

Maken
Opdracht 2A-2C, 3, 4A, 5

Je hebt een keus:
1. Zelfstandig aan het werk
2. Extra uitleg/samen doen met docent

Slide 11 - Slide