Maandag 23 mei 2022: Wederkerende werkwoorden

Workshop wederkerend werkwoord

B1
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Workshop wederkerend werkwoord

B1

Slide 1 - Slide

Doel
  • Ik kan een wederkerend werkwoord in de zin herkennen.
  • Ik kan een wederkerend voornaamwoord in de zin herkennen.
  • Ik begrijp de woordvolgorde bij een wederkerend werkwoord in de zin.
  • Ik kan een zin met een wederkerend werkwoord maken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Ik verbaasde me over de opmerkingen van de buschauffeur.
werkwoord, voornaamwoord, volgorde?

Slide 4 - Open question

De kinderen wassen zich elke morgen.
werkwoord, voornaamwoord, volgorde?

Slide 5 - Open question

Jij hebt je bij het bakken van de taart vermaakt.
werkwoord, voornaamwoord, volgorde?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 9 - Open question

Wat zijn de wederkerende voornaamwoorden?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Opdracht 1
Wat is in de volgende zinnen het wederkerend werkwoord en het wederkerend voornaamwoord? Schrijf dit werkwoord en voornaamwoord op. 

Slide 12 - Slide

1. Ik douch me elke morgen.

Slide 13 - Open question

2. Hij heeft zich deze week voor de tweede keer verslapen.

Slide 14 - Open question

3. Ik herinner me mijn eigen telefoonnummer niet.

Slide 15 - Open question

Ze kan zich haar pincode niet herinneren.

Slide 16 - Open question

5. Je moet je niet zo aan hem ergeren.

Slide 17 - Open question

6. Gisteren meldde hij zich ziek.

Slide 18 - Open question

7. Volgende week ga ik me opgeven voor een cursus Italiaans voor beginners.

Slide 19 - Open question

8. Vanochtend wilde hij zich niet douchen.

Slide 20 - Open question

9. Hij zegt dat hij zich bij die beslissing heeft neergelegd.

Slide 21 - Open question

10. Nadat ik me goed had voorbereid, ging ik examen doen.

Slide 22 - Open question

Opdracht 2
  • Vervoeg de volgende werkwoorden met verschillende persoonlijke voornaamwoorden. 

Slide 23 - Slide

zich verslapen
ik, jij, hij, wij, jullie, zij

Slide 24 - Open question

zich herinneren
ik, jij, hij, wij, jullie, zij

Slide 25 - Open question

zich vervelen
ik, jij, hij, wij, jullie, zij

Slide 26 - Open question

Waar staat het wederkerend voornaamwoord in de vorige zinnen?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Ik verslaap me elke morgen.
o.v.t.-v.t.t.-v.v.t.

Slide 29 - Open question

Ik herinner me de brief.
o.v.t.-v.t.t.-v.v.t.

Slide 30 - Open question

Ik verveel me in de vakantie.
o.v.t.-v.t.t.-v.v.t.

Slide 31 - Open question

Opdracht 3
  • Schrijf met de volgende wederkerende werkwoorden een zin.  
  • Vertel ook wat je weet over de betekenis en de woordvolgorde.

Slide 32 - Slide

Ik kan een wederkerend werkwoord in de zin herkennen.
Ja
Nee
Soms

Slide 33 - Poll

Ik kan een wederkerend voornaamwoord in de zin herkennen.
Ja
Nee
Soms

Slide 34 - Poll

Ik begrijp de woordvolgorde bij een wederkerend werkwoord in de zin.
Ja, helemaal
Nee, helemaal niet
Soms, afhankelijk van de zin

Slide 35 - Poll

Ik kan een zin met een wederkerend werkwoord maken.
Ja, het is gelukt!
Nee, ik moet nog meer oefenen.
Een beetje, sommige zinnen gingen beter dan andere.

Slide 36 - Poll

Deze les was nuttig voor mij.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll