optellen en aftrekken met geld
1 / 21
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Meer of Minder dan 30?
A
Meer
B
Minder
Slide 2 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 20?
A
Meer
B
Minder
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 30?
A
Meer
B
Minder
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 30?
A
Meer
B
Minder
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 70?
A
Meer
B
Minder
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 40?
A
Meer
B
Minder
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 40?
A
Meer
B
Minder
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 30?
A
Meer
B
Minder
Slide 11 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 12 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 60?
A
Meer
B
Minder
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 40?
A
Meer
B
Minder
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 30?
A
Meer
B
Minder
Slide 17 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 70?
A
Meer
B
Minder
Slide 18 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 50?
A
Meer
B
Minder
Slide 19 - Quiz
This item has no instructions
Meer of Minder dan 60?
A
Meer
B
Minder
Slide 20 - Quiz
This item has no instructions
Slide 21 - Slide
Vetten:
- Onverzadigd (nodig voor allerlei processen in het lichaam). Gezonde vetten voor gezond lichaam.
- Verzadigd (niet goed voor het lichaam). Zijn hard op kamertemperatuur.
Koolhydraten:
- Suikers zetmeel en vezels (vormen van). Belangrijke bron van energie. Koolhydraatrijke producten, die rijk zijn aan andere voedingsstoffen.
Eiwitten:
- Dierlijke en plantaardige eiwitten.
- Volwassene bestaat voor 12 kilo uit eiwitten (voor opbouw cellen).
Water:
- Goede manier om lichaam van vocht te voorzien.
Mineralen:
- Stevigheid botten, vochtbalans en bloeddruk.
Voedingsvezels:
- Goede spijsvertering en verzadigd gevoel.
Vitaminen:
- Nodig voor een normalen groei.
- Lichaam kan vitaminen niet (genoeg) aanmaken. Onmisbare voedingsstof.
