Grammatica zinsdelen H2, het onderwerp

Programma
1) Herhaling theorie: pv, zinsdelen en onderwerp
2) Moeilijke opgaven huiswerk bespreken
3) Nakijken met antwoordbladen 
4) Opdracht maken 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Programma
1) Herhaling theorie: pv, zinsdelen en onderwerp
2) Moeilijke opgaven huiswerk bespreken
3) Nakijken met antwoordbladen 
4) Opdracht maken 

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je weet hoe je de persoonsvorm en het onderwerp kunt vinden en hoe je de zin correct in zinsdelen verdeelt. Daarnaast leer je wat het werkwoordelijk gezegde is en hoe je dat kunt vinden.

Slide 2 - Slide

Stappenplan zin ontleden 
stap 1: zoek de pv (zet de zin in een andere tijd)
stap 2: Verdeel de zin in zinsdelen
stap 3: Zoek het onderwerp
stap 4.....

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
Startopdracht en moeilijke zinnen van opdracht 1 en 2

Als je de opdrachten met je boek hebt gemaakt, kun je daarna met antwoordbladen de rest nakijken.

Slide 4 - Slide

Startopdracht
a) ... zullen morgen om drie uur arriveren met het vliegtuig.
b) Over een week presenteert ... de resultaten van het onderzoek.
c) Op het schoolfeest zal ... tot sluitingstijd blijven.
d) Helaas zakten ... afgelopen jaar voor het examen.
                Wat is de overeenkomst tussen de ontbrekende 
                zinsdelen?

Slide 5 - Slide

Opdracht 1, zin 4
  • Veel stadsmensen genieten van het rustige leven op het platteland.
  •  (Veel stadsmensen genoten van het rustige leven op het platteland.)
  • Veel stadsmensen / genieten / van het rustige leven op het platteland.
  • vraag = Wie genieten?
  • ow = Veel stadsmensen


Slide 6 - Slide

Opdracht 1, zin 5

  • Waarom houdt bijna iedereen zich aan de regels in het verkeer? 
  • (Waarom hield bijna iedereen zich aan de regels in het verkeer?
  • Waarom / houdt / bijna iedereen / zich / aan de regels in het verkeer?
  • vraag = Wie houdt?
  • ow = bijna iedereen

Slide 7 - Slide

Opdracht 2, zin 1
  • De hevigheid van een aardbeving kunnen wij meten op de schaal van Richter.
  • (De hevigheid van een aardbeving konden wij meten op de schaal van Richter).
  • De hevigheid van een aardbeving / kunnen / wij / meten / op de schaal van Richter.
  • De hevigheid van een aardbeving / kan / ik / meten / op de schaal van Richter.
  • ow = wij

Slide 8 - Slide

Opdracht 2, zin 4

  • Helaas laat een beving zich moeilijk voorspellen
  • (Helaas liet een beving zich moeilijk voorspellen.
  • Helaas / laat / een beving / zich / moeilijk / voorspellen.
  • Helaas / laten / bevingen / zich / moeilijk / voorspellen.
  • ow = een beving

Slide 9 - Slide

Vragen?

Slide 10 - Slide

Als je uit je boek hebt gewerkt..
dan kijk je de overige antwoorden na met een antwoordblad. Dat heeft je docent.

Slide 11 - Slide

Maak
opdracht 3 en 4 van Grammatica (het onderwerp) online.
Als dat niet lukt, werk je uit je boek!

Ben je klaar, dan mag je gaan lezen in je leesboek.

Slide 12 - Slide