les1 12-11

Dinsdag 12 november klas 1Va
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dinsdag 12 november klas 1Va

Slide 1 - Slide

Mijn naam: mevr. S. Wulms

15 weken iedere dinsdag 

Slide 2 - Slide

Doel van deze les:

- Ik weet hoe ik het onderwerp van een zin kan vinden

Slide 3 - Slide

Eerst: korte herhaling vorige les:

-zinsdelen
- zelfstandignaamwoord
-lidwoord

Slide 4 - Slide

1. Schrijf de volgende drie zinnen over in je schrift

2. Verdeel de zin in zinsdelen 

3. Omcirkel zelfstandignaamwoorden met blauw
4. onderstreep de lidwoorden met rood
A) Ik heb het cadeau op donderdag aan Greetje gegeven
B) Op maandag heeft Hans Mira naar het kinderdagverblijf gebracht.
C) Sam heeft gisteren aan zijn lieve juf een mooie pen gegeven.


timer
5:00

Slide 5 - Slide

Antwoorden:
A) Ik /heb /het cadeau/op donderdag /aan Greetje /gegeven

B) Op maandag/ heeft/ Hans/ Mira/ naar het kinderdagverblijf /gebracht.

C) Sam/ heeft /gisteren /aan zijn lieve juf /een mooie pen /gegeven.

Slide 6 - Slide

*Neem blz. 58  van het boek voor je
Maak Startopdracht 1+2

timer
3:00

Slide 7 - Slide

Antwoorden startopdrachten:
1 eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
a De goederen 

b de commissie

c de conciërge

d zes leerlingen

2 Het gaat overal om mensen of dingen (die iets doen).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Maken:

opdracht 1  blz. 58 
en
 opdracht 2 blz. 59
Klaar? begin aan opdracht 3
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 1
1 Met zijn prachtige stem / won / de zanger / het Eurovisiesongfestival.
vraag = Wie won?
ow = de zanger
2 Bij de Koninklijke Landmacht / worden / veel vacatures / aangeboden.
vraag = Wat worden?
ow = veel vacatures
3 Handige keukenhulpjes / zijn / onmisbaar / voor de kok.
vraag = Wat zijn?
ow = Handige keukenhulpjes


vraag = Wie genieten?

ow = Veel stadsmensen

5 Waarom / houdt / bijna iedereen / zich / aan de regels in het verkeer?

vraag = Wie houdt?

ow = bijna iedereen

6 Natuurlijk / moet / je / je afspraak bij de tandarts / niet / vergeten!

vraag = Wie moet?

ow = je






Slide 11 - Slide

  1. Veel stadsmensen / genieten / van het rustige leven op het platteland.
vraag = Wie genieten? 
ow = Veel stadsmensen 
5. Waarom / houdt / bijna iedereen / zich / aan de regels in het verkeer? 
vraag = Wie houdt? 
ow = bijna iedereen 
6 .Natuurlijk / moet / je / je afspraak bij de tandarts / niet / vergeten! 
vraag = Wie moet? 
ow = je

Slide 12 - Slide

Antwoorden opdracht 2
1 De hevigheid van een aardbeving / kunnen / wij / meten / op de schaal van Richter. 

De hevigheid van een aardbeving / kan / ik / meten / op de schaal van Richter.

ow = wij

2 Aardbevingen / worden / dikwijls / gevolgd / door meerdere naschokken.

Een aardbeving / wordt / dikwijls / gevolgd / door meerdere naschokken.

ow = Aardbevingen

Slide 13 - Slide

3 Met een seismometer / bepalen / deskundigen / de locatie van een aardbeving.

Met een seismometer / bepaalt / een deskundige / de locatie van een aardbeving.

ow = deskundigen

4 Helaas / laat / een beving / zich / moeilijk / voorspellen.

Helaas / laten / bevingen / zich / moeilijk / voorspellen.

ow = een beving

Slide 14 - Slide

HUISWERK:

Noteer in je agenda:

maandag 18 november NE:
M. opdr. 3,4 en 5 blz. 59

Slide 15 - Slide