Les 5. Bevruchting en zwangerschap

Thema 4. Seksualiteit



Les 5. Bevruchting en zwangerschap
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4. Seksualiteit



Les 5. Bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
4:00
Leerdoel: 

  • Kun je uitleggen op welke plek in het lichaam van de vrouwde bevructing plaatsvindt. 
  • Begrijp je de weg die een zaadcel aflegt in het lichaam van de vrouw.
  • Begrijp je wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt
  • Begrijp je hoe een baby aan zuurstof en voeding komt voor de geboorte
  • Begrijp je hoe een baby in de buik ongewenste stoffen kan binnenkrijgen
  • Kun je de 3 fasen van geboorte benoemen

 


Telefoon op stil in je kluis 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen,  
Laat je laptop nog even in je tas. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Bevruchting
Een meisje heeft al voor de geboorte een groot aantal onrijpe
eicellen. Vanaf de puberteit zal iedere 28 dagen een eicel rijpen
in de eierstokken.
De rijpe eicel komt vrij tijdens de eisprong.
En wordt opgevangen door de trechter van de eileider.
Tijdens en rond de eisprong (ovulatie) kan een vrouw door
geslachtsgemeenschap zwanger raken.
Na de zaadlozing van de man gaan er miljoenen zaadcellen
richting de baarmoedermond.
De zaadcellen moeten eerst een slijmpropje aan het begin van de
baarmoeder passeren.
De zaadcellen die dat overleven, zwemmen de eileiders in.
Bij de bevruchting versmelt er één zaadcel met de eicel.
De cel die ontstaat na de bevruchting heet een bevruchte eicel..
De bevruchte eicel wordt via de eileider naar de baarmoeder
vervoerd. Daar kan de bevruchte eicel zich innestelen.

Slide 7 - Slide

Innesteling
De bevruchte eicel deelt zich enkele keren in de eileider en er
ontstaat een klompje van enkele tientallen cellen.
Het klompje cellen verplaatst zich vanuit de eileider richting de
baarmoeder en hecht zich aan in de baarmoederwand.
Dat moment wordt innesteling genoemd.
Na de innesteling groeit het klompje cellen.
Deze cellen produceren het hormoon hGC.
Dit hormoon kan worden aangetoond in de ochtendurine met
een zwangerschapstest.
Op die manier kan een vrouw er achter komen of ze zwanger is.
De eerste drie maanden spreek je van een embryo.
Na drie maanden zijn de organen gevormd en noem je het kind
een foetus.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

1. ovulatie 2. bevruchting
3. bevruchte eicel groeit uit tot een klompje cellen
4. innesteling
5. de embryo ontwikkelt zich
6. weeën 7 bevalling
zet in 
de juiste volgorde
A
1-2-3-4-5-6-7
B
2-1-3-4-5-6-7
C
1-2-4-3-5-6-7
D
2-3-1-4-5-6-7

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
vlak voor, tijdens of na de eisprong (ovulatie)
C
Bij volle maan
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'voor het zingen de kerk uit'?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Kan je zwanger worden door voorvocht?
A
ja, want daar kunnen ook zaadcellen in zitten
B
nee, want daar zitten geen zaadcellen in

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waar vindt bevruchting van de eicel meestal plaats?
A
Vlak bij de baarmoeder
B
In de baarmoeder
C
In het begin van de eileider, bij de eierstok
D
Aan het eind van de eileider, bij de baarmoeder

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions