Week 3 - les 2 - spelling H1

Welkom!
Vrijdag 21 januari


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Vrijdag 21 januari


Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Werken aan werkdoelen week 3
  • Extra uitleg werkwoordspelling (naar keuze)
  • Klopt het niveau? 
  • Plattegrond

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Ik
Ikvorm
bel
Je/jij
stam +t
belt
Hij/zij/het
stam +t
belt
Wij
hele ww
bellen

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
je/jij achter pv => ikvorm
Bel jij mij even?
Belt je docent mij even?  (Belt jij docent?)
Vind je dat ook?
Vindt je vriend dat ook?

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
  • Sterke werkwoorden veranderen van klank (lopen - liepen).
  • Zwakke werkwoorden => TaXiKoFSCHiP

  • Stam: hele ww -en (rad)
  • Ikvorm: wat je ervan maakt als het in een zin staat (raad)

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
Hele werkwoord - en (stam
Laatste letter stam in TaXiKOFSCHiP? -te(n)
Niet? -de(n)

juichten of juichden?
verbaasde of verbaaste?

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Trucje van pvvt gebruiken

 opgehaald of opgehaalt?
gebotst of gebotsd?

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil?
Dat gebeurt mij elke keer! - Wat is er gebeurd?
Hij belooft dit plechtig. - Dat heb je beloofd!
 De docent overlegt met haar collega.- We hebben even overlegd.

Slide 8 - Slide

Onvoltooid deelwoord
Hele werkwoord + d

stampend, lerend, schoppend, vallend, etc.

Slide 9 - Slide

vd als bn
Zo kort mogelijk indien er geen verwarring komt over de uitspraak

De gezette vrouw.
De geteste jongen.

Slide 10 - Slide

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 11 - Quiz

Werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Slide 12 - Quiz

(Worden) jij ook gek van al die werkwoordspelling?
A
Wordt
B
Word

Slide 13 - Quiz

De docent (beoordelen) ons op onze kennis van werkwoordspelling.
A
beoordeeld
B
beoordeelt

Slide 14 - Quiz

Werkwoordspelling heeft de klas vaker (oefenen).
A
geoefent
B
geoefend
C
geoefendt
D
ge-oefend

Slide 15 - Quiz

Het gebeur... nog te vaak dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 16 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 17 - Quiz

werkwoordspelling

Pas op dat je dat schilderij niet beschadig.....
A
beschadigt
B
beschadigd
C
beschadigdt

Slide 18 - Quiz

Zij herhaald die werkwoordspelling voortdurend.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz