This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
hoofdstuk 1 Organismen uit vier Rijken
Slide 1 - Slide
Formatieve toets H1 Organismen in vier rijken
Maak deze toets zelfstandig als een echte toets.
Beantwoord alle vragen
Vragen die je fout hebt, zijn onderwerpen die je nog moet leren!
Slide 2 - Slide
Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier
Plant
Schimmel
Bacterie
Slide 3 - Drag question
een plant. Sleep de functie naar het juiste onderdeel
stevig in de grond
water opnemen
zaden maken
voedingsstoffen maken
mineralen opnemen
stevigheid geven
Slide 4 - Drag question
Wat is determineren?
A
Uitzoeken hoe een organisme heet
B
Een organisme schematisch tekenen
C
Goed kijken naar de details.
D
Een organisme natuurgetrouw tekenen
Slide 5 - Quiz
Houtachtige planten:
Kruidachtige planten:
Houtachtige en kruidachtige planten sleep. Maak de juiste koppelingen voor stevigheid en de twee plaatjes
Stevig door water
Stevig door houtcellen
Slide 6 - Drag question
Sleep de functies naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalen
Signalen doorgeven
Voedsel verteren
Stevigheid
Transport van bloed
Bewegen
Slide 7 - Drag question
Levende organismen herken je aan de levenskenmerken.
Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Reageren
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien
Slide 8 - Drag question
Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel
Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie
Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel
Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel
Cel 2: plantaardige cel
Slide 9 - Quiz
Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel
Slide 10 - Quiz
Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel
Slide 11 - Quiz
Een long is een voorbeeld van een ....
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Cel
D
Weefsel
Slide 12 - Quiz
Sleep de naam van het organenstelsel naar de bijpassende afbeelding
Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Slide 13 - Drag question
nog een keer: juiste koppelingen maken!
Organisme
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 14 - Drag question
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? sleep naar de juiste
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 15 - Drag question
maak de juiste koppelingen
Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de bacteriën
Rijk van de schimmels
Slide 16 - Drag question
Kijk naar de foto. Hoe vermeerdert dit organisme zich?
A
Door deling
B
Door eicellen en zaadcellen
C
Door sporen
D
Door zaden
Slide 17 - Quiz
Een bacterie deelt zich elke 20 minuten. Hoeveel bacteriën zijn er na 3 uur?
A
8
B
60
C
128
D
512
Slide 18 - Quiz
Er worden twee uitspraken gedaan over conserveren: Uitspraak 1: Steriliseren is het voedsel langere tijd verhitten op 100 graden of hoger Uitspraak 2: Verpakt onder beschermende atmosfeer betekent met extra zuurstof verpakt Welke uitspraak/uitspraken is of zijn juist?
A
Uitspraak 1
B
Uitspraak 2
C
Beide uitspraken
D
Geen van beide uitspraken
Slide 19 - Quiz
Welk voedingsmiddel wordt gemaakt met behulp van schimmels?
A
Bier
B
Margarine
C
Yoghurt
D
Zuurkool
Slide 20 - Quiz
Goed of fout? Bacteriën gebruiken om biologische wasmiddelen te maken is een voorbeeld van klassieke biotechnologie
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quiz
Goed of fout? We spreken van klassieke biotechnologie als de chromosomen van een plant worden aangepast
A
Goed
B
Fout
Slide 22 - Quiz
Fotosynthese: welke 3 'dingen' zijn er nodig voor de fotosynthese?
Slide 23 - Open question
Waar in een plant vindt fotosynthese plaats, kies het beste antwoord?
A
in cellen in een blad
B
in bladgroenkorrels in een blad
C
in het blad
D
in bladgroenkorrels in cellen
Slide 24 - Quiz
Hiernaast is een voedselkringloop schematisch weergegeven. De letters P, Q, R en S geven verschillende groepen organismen aan.
Noteer de letter van de groep waarbij een paddenstoel hoort.
Hoe heet die groep?
Slide 25 - Open question
Bekijk het schema hiernaast.
Is de volgende uitspraak over deze kringloop juist of onjuist?
Leg bij onjuist ook uit waarom.
Alleen in de organismen in de vakken W, X en Z vindt verbranding plaats.