4.2 Vermogen en weerstand

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat weten we nog van vorige week?

Hoe ging het huiswerk? Moeite met bepaalde opdrachten?

4.2 Vermogen en weerstand

 Vermogen

• Wat is vemogen?
• Vermogen in huis!
•  Vermogen van verschillende apparaten!
• Vermogen berekenen

 Vermogen

Hoeveelheid energie die per seconde gebruikt wordt.

Vermogen

Symbool is P (Power)

Wordt uitgedrukt in W (Watt)

P = U x I

Twee manieren om meer energie te leveren: 

1. Een hogere stroomsterkte (p s meer elektronen door apparaat)

2. Een grotere spanning (meer E voor elektronen)

Formule vermogen P = U x I

* Spanning * 

grootheid: U

eenheid: Volt

* Stroomsterkte *

grootheid: I

eenheid: Ampère

Vermogen  = Spanning x Stroomsterkte

P = U x I

Voorbeeld: 

Wat is het vermogen van een lamp die op 230 V aangesloten is en waar 

2 Ampère door gaat?

P = 230 V x 2 A

P = 460 Watt

Hoeveel is het vermogen?

1. 3.6 A
2. 50-60 Hz
3. 230 V
4. 780 W

Op de verpakking van een lampje staat: 12 V / 0,5 A.
Bereken het vermogen.

1. 24W
2. 12W
3. 6W
4. 60W

Formule anders

Wat als je juist de spanning of de stroomsterket moet berekenen? 

De formule P = U x I kun je ook anders schrijven van U of I gevraagd wordt:

Wat is die van de U en I? 

6=3⋅2

P=U⋅I

Wat is de stroomsterkte bij een weerstand van 0,230 ohm en een spanning van 230 V?

1. 0,001A A
2. 0,1 A
3. 10A
4. 1000 A

Bij een spanning van 6 volt en een weerstand van 12 ohm loopt er een stroom van:

1. 72 A
2. 2 A
3. 0,5 A
4. 18 A

Wat is weerstand?

Deze bepaalt hoeveel stroom er door het apparaat loopt.

Symbool = R

Eenheid: Ohm (  Ω  ) . 

Weerstand van een draad

Weerstand berekenen

Weerstand = spanning / stroomsterkte

Eenheid van weerstand is Ω (Ohm)

R=​I​​U​​

Voorbeeld berekening

Bij een proef loopt bij 6 V een stroom van 0,5 A door een lamp. Wat is de weerstand van de lamp?

Oplossing:

U = 6 V

I = 0,5 A

R = ?

R = 12 Ω 

R=​I​​U​​

R=​0,5​​6​​

Een weerstand is aangesloten op 10 Volt en neemt een stroom op van 3 ampère.
Wat is de waarde van de weerstand?

1. R = 33,33 Ω
2. R = 3.33 Ω
3. R = 0.33 Ω
4. R = 333 Ω

Door een weerstand van 8 kΩ gaat een stroom van 4 mA. Op welke spanning is de weerstand aangesloten?

1. U = 3.2 V
2. U = 24 V
3. U = 32 V
4. U = 3.6 V

Zekering (smeltveiligheid)

Een zekering zorgt ervoor dat de stroomkring bij kortsluiting of overbelasting wordt onderbroken.

Elektronische zekering

Smeltveiligheid

In de smelt-veiligheid zit een draadje: de smeltdraad. Alle stroom van de groep gaat door dit draadje. Bij over-belasting of kortsluiting wordt het draadje zo warm dat het smelt. De stroomkring wordt onderbroken. De spanning op de groep is uitgeschakeld. 

Kortsluiting

Overbelasting

https://youtu.be/kBMykkyGCEM

Op een stopcontact sluit je met een verlengsnoer een tv, broodrooster, wasmachine, stofzuiger en magnetron aan. Welk gevaar kan optreden?

1. kortsluiting
2. overbelasting
3. geen gevaar

Kortsluiting of overbelasting?

1. Overbelasting
2. Kortsluiting

Bij overbelasting worden de draden zo heet dat er brand kan ontstaan.

1. waar
2. niet waar

Aan de slag!

Maak alle opdrachten van 4.2

Volgende week een practicum over 4.1 en 4.2 -> hiervoor krijg je een 

O, V of een G