This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
H12 3c tekstvragen
p. 172 tekstboek en extra vragen
Slide 1 - Slide
vraag 1 (citeer het Latijnse tekstelement uit 12.3b)
Slide 2 - Open question
vraag 2 (baseer je antwoord op r. 3-7)
Slide 3 - Open question
extra vraag: Noteer met uitleg een stilistisch middel uit r. 3-4
Slide 4 - Open question
vraag 3
A
inversie van qui
B
temperantia metafoor
C
frenavit en domuit: metefoor
D
frenavit en domuit: tautologie
Slide 5 - Quiz
vraag 4 (noteer ook om welke woorden het gaat)
Slide 6 - Open question
vraag 5a
A
ceteras tuas eximias virtutes (r.1)
B
aetati nostrae (r. 3)
C
temperantia sua (r. 5)
D
quae t/m fecisti (r. 7-8)
Slide 7 - Quiz
vraag 7
Slide 8 - Open question
vraag 8A
eas ‘die’ (voluptates) is het lijdend voorwerp bij frenavit en domuit; in de vertaling wordt eas vertaald met of omschreven als ‘de neiging daaraan toe te geven’, waarbij ‘daaraan’ strikt genomen het Latijnse eas weergeeft.
Slide 9 - Slide
vraag 8b: Welke Nederlandse woorden zijn een weergave van maius t/m victoriam?
Slide 10 - Open question
vraag 8c: Welke Nederlandse woorden zijn een weergave van nos Syphace victo habemus?
Slide 11 - Open question
vraag 8d: Welke Nederlandse woorden zijn een weergave van me dicente?