pubquiz hoofdstuk arm en rijk

1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
Les
Onderdeel
1
Uitleg
2
Tafels in tweetallen zetten
3
Ronde 1
4
Ronde 2
5
Ronde 3
6
Nakijken
7
Winnaars
8
Vragen of leren

Slide 2 - Slide

Uitleg quiz leerlingen
3 onderdelen.
Maken in tweetallen.
Met in totaal 30 vragen
1 punt per vraag.
De onderwerpen zijn:
1. Gouden eeuw
2. Globalisatie
3. Ontdekking/VOC
10 minuten per onderdeel

Slide 3 - Slide

10 minuten per onderdeel
Schrijf de naam van je groepje op bovenaan
(en jullie eigen namen)

Je mag de reader gebruiken, maar geen 
internet. De reader gebruiken kan je wel
kostbare tijd kosten.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

 Pauze
Leg de papieren NETJES in een stapel op mijn bureau neer

Slide 5 - Slide

Nakijken Pubquiz
Antwoorden op het bord per onderdeel
Andere groepjes kijken de antwoorden na

De groepjes tellen punten en zelf ook

Vragen over de opdracht achteraf

Slide 6 - Slide

Ronde 1:


Vraag 1 A   Vraag 2 C
Vraag 3 A   Vraag 4 C
Vraag 5 B     
                                                         
Vraag 6: Hugo de Groot stelde dat de zee geen bezit was van staten en dat iedereen vrij moest kunnen reizen over de zeeën. Dus antwoord D

Slide 7 - Slide

Ronde 1:


Vraag 7: Omdat Amsterdam de belangrijkste stapelplaats voor graan werd en handelaren grote hoeveelheden graan uit de Oostzee haalden en dit met winst doorverkochten. 

Vraag 8:  Meer dan 60%.


Slide 8 - Slide

Ronde 1:


Vraag 9: Kapitalisme is een economisch systeem waarbij handelaren hun geld investeren in bedrijven om winst te maken.

Vraag 10: Het zorgde ervoor dat de boeren zich niet meer alleen bezig hoefden te houden met de productie van graan.


Slide 9 - Slide

Ronde 1:


 Tel de punten en zet bij de regel van ronde 1 


Slide 10 - Slide

Ronde 2:


Vraag 1: B
Vraag 2: B
Vraag 3: A
Vraag 4: B
Vraag 5: B

Slide 11 - Slide

Ronde 2:


Vraag 6: : MNO’s verplaatsen hun productie naar andere landen om kosten te besparen, omdat arbeidskrachten in sommige landen goedkoper zijn. 

Vraag 7: Omdat het bbp/hoofd een gemiddeld getal is dat weinig zegt over de inkomensverdeling en de armoede binnen een land. 

Slide 12 - Slide

Ronde 2:


Vraag 8: Sociale ongelijkheid verwijst naar de verschillen in welvaart en levensomstandigheden tussen verschillende groepen binnen een land. In ontwikkelingslanden is er vaak een kleine rijke elite, terwijl het grootste deel van de bevolking in armoede leeft. 

Slide 13 - Slide

Ronde 2:


Vraag 9:  Het sluiten van handelsgrenzen kan de wereldhandel belemmeren en leidt vaak tot hogere prijzen voor consumenten en minder werkgelegenheid in landen die afhankelijk zijn van import.

Vraag 10: De dienstensector

Slide 14 - Slide

Ronde 2:


 Tel de punten en zet bij de regel van ronde 2


Slide 15 - Slide

Ronde 3:


Vraag 1:B
Vraag 2:B
Vraag 3:B
Vraag 4:C 
Vraag 5:C

Slide 16 - Slide

Ronde 3:


Vraag 6: A. Voor de oorlog tegen Spanje en de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika

Vraag 7: Nederlanders, Engelsen, Fransen, Spanjaarden en Portugezen

Slide 17 - Slide

Ronde 3:


Vraag 8: Driehoekshandel is de handel tussen drie continenten: Europa, Afrika en Amerika. Europeanen vervoerden nijverheidsgoederen naar Afrika, slaven naar Amerika, en vervolgens producten zoals suiker en tabak naar Europa.

Vraag 9: Hij ontdekte Amerika, maar dacht dat het Indië was.

Slide 18 - Slide

Ronde 3:


Vraag 10: Europese ziekten zoals mazelen, pokken en difterie, waartegen de indianen geen weerstand hadden

Slide 19 - Slide

Ronde 3:


Tel de punten op en zet het voor Ronde 3

Tel de totale punten bij elkaar op en zet het bovenaan

Geef de antwoorden terug aan het juiste groepje


Slide 20 - Slide

Conclusie
Welk groepje heeft de meeste punten?


Slide 21 - Slide

En nu?
-Steek je vinger op als je vragen hebt

-Anders: Leren voor de toets.

Slide 22 - Slide