WFT Hoofdstuk 25 en 26 pensioen en levensverzekeringen

Planning voor de les:
10 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
40 minuten: uitleg
10 minuten: PAUZE
30 minuten:uitleg 

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
10 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
40 minuten: uitleg
10 minuten: PAUZE
30 minuten:uitleg 

Slide 1 - Slide

Pensioengerechtigden 
De volgende partijen kunnen recht hebben op een pensioenuitkering:
- de werknemer;
- de gewezen werknemer;
- de echtgenoot;
- de gewezen echtgenoot;
- de partner;
- de gewezen partner;
- de eigen kinderen en pleegkinderen die de leeftijd van dertig jaar nog niet hebben bereikt.

Slide 2 - Slide

Verschillende soorten pensioen
Het ouderdomspensioen (OP)
Het weduwe-, weduwnaars- of partnerpensioen
Het wezenpensioen
Het arbeidsongeschiktheidspensioen

Slide 3 - Slide

Wat is de grootste groep pensioengerechtigden
A
ouderen
B
weduwe -weduwnaars
C
wezen
D
arbeidsongeschikten

Slide 4 - Quiz

Pensioenopbouwsystemen kapitaaldekkingsstelsel. 
- de uitkeringsovereenkomst;
- de kapitaalovereenkomst;
- de premieovereenkomst.

Slide 5 - Slide

Salaris/diensttijdregelingen
Eindloonsysteem
Het middelloonsysteem

Slide 6 - Slide

De beschikbare premieregelingen/premieovereenkomsten
Is een door de werkgever jaarlijks beschikbaar gestelde premie. Die wordt doorgaans gesteld op een bepaald percentage van het salaris. 

Slide 7 - Slide

Pensioen

Slide 8 - Mind map

 Pensioen en echtscheiding

Bij een echtscheiding moet ook het pensioen worden verdeeld


Volgens de Pensioenwet moet de werkgever de opbouw van het pensioen onderbrengen bij een pensioenuitvoerder

Slide 9 - Slide

Rol en taken verzekeraars en pensioenfondsen
De belangrijkste: pensioenuitvoerders zijn een ndernemingspensioenfonds, een bedrijfstakpensioenfonds, een verzekeraar, een remiepensioeninstelling (PPI) en een Algemeen Pensioenfonds (APF)
De verzekeraar en het pensioenfonds hebben ook de taak om de klant op de hoogte te stellen van zijn opbouw.
Jaarlijks verstrekken de pensioenfondsen aan de deelnemers een uniform pensioenoverzicht (UPO). Op dit overzicht is af te lezen wat er in één jaar is opgebouwd en hoeveel je in totaal bij een werkgever aan pensioen hebt
opgebouwd

Slide 10 - Slide

Tot welk pensioenfonds hoort het pensioenfonds van de Shell

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De belangrijkste kenmerken van een levensverzekering zijn:
- een levensverzekering is een kansovereenkomst;
- een levensverzekering is een sommenovereenkomst;
- een levensverzekering is een eenzijdige overeenkomst;
- het indemniteitsbeginsel is niet van toepassing;
- ‘eigen gebrek’ is niet van toepassing;
- er bestaat geen verhaalsmogelijkheid.

Slide 14 - Slide

Indeling levensverzekeringen 
- risicoverzekeringen: uitkering bij overlijden;
- spaarverzekeringen: uitkering bij in leven zijn. Op een bepaalde datum wordt het spaartegoed uitgekeerd;
- gemengde verzekeringen: combinatie van een uitkering bij leven en een uitkering bij overlijden.

Slide 15 - Slide

Noem 3 soorten levensverzekeringen

Slide 16 - Open question

 indeling op basis van de soort uitkering. 
kapitaalverzekeringen;
lijfrenteverzekeringen.

Slide 17 - Slide

wanneer je niet een uitkering ineens krijgt is er sprake van een.....

Slide 18 - Open question

Kapitaalverzekeringen
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij overlijden;
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij leven;
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij leven of in geval van eerder overlijden.

Slide 19 - Slide

Kapitaalverzekeringen die uitkeren bij overlijden
- de tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden;
- de levenslange kapitaalverzekering bij overlijden;
- de risicoverzekering op vaste termijn;
- erfrenteverzekering.

Slide 20 - Slide

Lijfrenteverzekering
- oudedagslijfrente;
- nabestaandenlijfrente;
- tijdelijke oudedagslijfrente. 

Slide 21 - Slide

Welke soorten lijfrenteverzekeringen ken je?

Slide 22 - Open question

26.3 Netto pensioen en netto lijfrente
Versobering opbouw
Werknemers met een salaris dat hoger is bouwen pensioen op over een pensioengevend loon van maximaal €  107.593 (2019).
Nettolijfrente
Werknemers met een salaris boven € 107.593 (2019) mogen een extra oudedagsvoorziening opbouwen in de vorm van een nettolijfrente of nettopensioen

Slide 23 - Slide

Tot welk salaris kun je maximaal pensioen opbouwen
A
€ 50.000
B
€107.593
C
€ 80.000
D
€ 120.000

Slide 24 - Quiz

Enkele verschillen:
-Bij een nettopensioen is een tijdelijk ouderdomspensioen niet mogelijk, terwijl een tijdelijke
   oudedagslijfrente bij een nettolijfrente wel mogelijk is.
- De toegestane kring van gerechtigden bij een lijfrente is ruimer.
- De hoogte van de uitkering van een pensioen mag variëren in de verhouding 100:75. 
 - De  uitkering van een
    lijfrente moet vast en gelijkmatig zijn. 
- Een nettolijfrente mag ook worden aangeboden door een bank of beleggingsinstelling

Slide 25 - Slide

Nettopensioen
Naast de mogelijkheid van een nettolijfrente is ook de mogelijkheid gecreëerd van een nettopensioen.
Ook de waarde van het nettopensioen is vrijgesteld in box 3

Slide 26 - Slide

Echtscheiding
Het verschil tussen nettopensioen en nettolijfrente springt vooral in het oog bij echtscheiding. Nettopensioen
valt onder de Pensioenwet en de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding. Bij een echtscheiding heeft 
de ex-partner recht op de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde netto-ouderdomspensioen.
Daarnaast heeft de ex-partner recht op een bijzonder netto-partnerpensioen. 

Slide 27 - Slide

Successiewet
Het nettopensioen en de nettolijfrente zijn voor de Successiewet gelijkgesteld aan pensioen en lijfrente. Dit
betekent dat deze zijn vrijgesteld, maar dat de gekapitaliseerde waarde van het netto partnerpensioen of de netto
lijfrente wordt geïmputeerd op de vrijstelling. Anders gezegd, het vrijstellingsbedrag wordt lager.

Slide 28 - Slide

Langlevenrisico
Een verzekeraar kan een lijfrente aanbieden die kan worden uitgekeerd zolang de persoon leeft. We noemen
dit levenslang. De verzekeraar loopt dan het langlevenrisico. Dat is het risico dat de klant ouder wordt dan de gehanteerde sterftetabel en de verzekeraar dus langer dan gemiddeld moeten uitkeren. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Kortlevenrisico
Het kortlevenrisico is het gegeven dat een verzekerde persoon korter kan leven dan op basis van de gehanteerde
sterftekansen wordt verwacht. Dat risico is van belang voor onder andere overlijdensverzekeringen en 
nabestaandenpensioenen.

Slide 31 - Slide