Stijlfouten 2 4K

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Planning tot SE2

VAKANTIE

Maandag: stijlfiguren (onjuiste herhaling, hen/hun)

Dinsdag: herhalen woordsoorten, zinsontleding

Woensdag: s.o grammatica 

Aan het einde van de les ken je:

• Dubbele ontkenning
  
• Als/dan
• Onjuiste herhaling
  
• Hen/hun

Dubbele ontkenning

In zinnen met ‘ontkennende’ woorden wordt soms een tweede ontkenning toegevoegd. Twee keer ontkennen is bevestigen.

Ontkennende woorden zijn: niet, geen, niks, nooit

Wat klopt hier niet? Leg je antwoord uit.

Voorbeelden dubbele ontkenning

1. Wij hebben nooit geen problemen (nooit of geen).

2. De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen (voorkomen of geen).

3. Ik ben daar nooit niet geweest (nooit of niet).

Als/dan

Gebruik dan: 

• Na een vergrotende trap: groter dan, meer dan, beter dan; 
  
• Na ander, andere of anders: 
  

Voorbeeld:

• Anders dan mijn zus hou ik erg van katten. 
  
• Hij is groter dan mijn buurman.
  
• Het is een ander verhaal dan ik eerst dacht.
  

Als/dan

Gebruik als: 

• Bij vergelijkingen met (net) zo ... en even ...
  
• Bij een overeenkomt/gelijkheid

Voorbeeld:

• Donna is even oud als Amber. 
  
• Donna is net zo oud als Amber. 

Hij weet dat beter ..... ik.

1. als
3. dan

Dat nieuwe lokaal heeft dezelfde afmetingen ..... de oude lokalen.

1. als
3. dan

Maak een zin met 'als' en een zin met 'dan'.

Wat ga je doen?

Maak stencil: dubbele ontkenning & als/dan

Zelfstandig

In stilte

Oortjes toegestaan

Vragen? Steek je vinger op

Klaar? Ga verder met de les

Onjuiste herhaling

Twee of meer keer wordt hetzelfde woord herhaald door hetzelfde woord of een woord met dezelfde betekenis.

Voorbeeld (fout): Aan die discussie over 'Temptation Island'tijdens iedere pauze vind ik niets aan.

Voorbeeld (goed): Die discussie over 'Tempation Island' tijdens iedere pauze vind ik niets aan.

Ik heb geen geld en ik heb er ook geen zin ook. Goed of fout?

1. goed
3. fout

Aan de lessen Frans van die leraar heb niets aan gehad. Goed of fout?

1. goed
3. fout

Waar, o waar heb dat bestand ook al weer opgeslagen? Goed of fout? Leg je antwoord uit.

Hen/hun

'Hun' gebruik je:

• om een bezit aan te geven

TIP!

Verander het woord eens in 'mij' of 'mijn': mij = hen en mijn = hun 

Hun/hen

Hen gebruik je:

• na een voorzetsel 
  

"Wil je met hen verder?"

"Voor hen wil ik dat wel doen."

Hun/hen

Voorbeeld

Anja noteert hen op de lijst. 

Anja noteert hun gegevens op de lijst.

Is deze auto van hen of van jullie?

Is deze auto van hun vader of van jullie vader?

Hun/hen

ALTIJD FOUT!!  hun als persoon

hun hebben een mooi huis 

hun komen eraan

Dit moet zijn:

zij / ze hebben een mooi huis

zij / ze komen eraan

De buurman pakte hun/hen de bal af.

1. hun
3. hen

Wat bezielde hun/hen om dat te doen?

1. hun
3. hen

Wat moet je doen?

Maak opdracht

- kader: opdr. Showbie 

- basis: 2  (blz. 31) 5 (blz. 32) 12 (blz. 37)

Zelfstandig

In stilte

Oortjes toegestaan

Vragen? Steek je vinger op

Klaar? Iets voor jezelf