oefenen 2

Regering =
A
Minsters + Tweede kamer
B
Eerste Kamer + Tweede Kamer
C
Koning + Ministers
D
Koning + Tweede Kamer
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Regering =
A
Minsters + Tweede kamer
B
Eerste Kamer + Tweede Kamer
C
Koning + Ministers
D
Koning + Tweede Kamer

Slide 1 - Quiz

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
D
Nationalisme

Slide 2 - Quiz

Een partij wil dat de gezondheidszorg gratis is voor iedereen. Is deze partij links of rechts?
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 3 - Quiz

De ministers en staatssecretarissen noem je samen het

Slide 4 - Open question

De neiging van politici om zich te laten meeslepen door de actuele gebeurtenissen en de onmiddellijke behoeften van het moment, zonder veel aandacht te besteden aan langdurige of structurele problemen.
A
De waan van de lach
B
De waan van de dag
C
De dag van de waan
D
De lach van de waan

Slide 5 - Quiz

Nederland is in drie bestuurslagen verdeeld. Welke?
A
De provincie, het Rijk en de EU.
B
De gemeente, de Eerste Kamer en het parlement.
C
Het Rijk, de provincie en de gemeente.
D
Het Rijk, het ministerie en de provincie.

Slide 6 - Quiz

Volksvertegenwoordigers?
A
Tweede Kamerleden
B
Lijsttrekkers
C
Eerste Kamerleden
D
Alle gekozen politici

Slide 7 - Quiz

Een volksvertegenwoordiger is iemand die....
A
voor jou kiest wat je moet doen
B
namens het volk beslissingen neemt
C
staat aan het hoofd van een partij en kiest niet
D
aan het hoofd van een provincie staat

Slide 8 - Quiz

In de provincie kies je de:
A
Commissaris van de koning
B
Tweede Kamer
C
Gedeputeerden
D
Provinciale staten

Slide 9 - Quiz

Het dagelijks bestuur van de provincie is....
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten

Slide 10 - Quiz

Minister president
Eerste kamer
Tweede kamer
Ministers

Slide 11 - Drag question

Wetgevende macht 
Uitvoerende macht
Voorzitter dagelijks bestuur
Rijk
Minister president
Provincie
Provinciale Staten
Commisaris van de Koning 
Gemeente
Kabinet
Burgemeester
Parlement
Gemeenteraad
Gedeputeerde Staten
College van B&W

Slide 12 - Drag question

parttime baan
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer

Slide 13 - Quiz

Het kiesstelsel in Nederland is dat van ...........................................

Slide 14 - Open question

evenredige vertegenwoordiging
A
coalitievorming nodig
B
geen coalitie nodig, want al meerderheid

Slide 15 - Quiz

Evenredige vertegenwoordiging
Meerderheidsstelsel
Nederland
VS
Een partij die 10% van de stemmen haalt, krijgt ongeveer 10% van de zetels
De partij die de meerderheid van de stemmen haalt in een gebied, krijgt alle zetels van dat gebied
Er zijn vaak maar 2 of 3 grote partijen
Er zitten veel (ook kleinere) partijen in het parlement
Er moeten vaak compromissen gesloten worden

Slide 16 - Drag question