Oefentoets HC Britse Rijk

Bespreken oefentoets
HC Britse Rijk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bespreken oefentoets
HC Britse Rijk

Slide 1 - Slide

1 maximumscore 2

De juiste volgorde is: 5, 3, 4, 1, 6, 2

Opmerking: Als door het weglaten van één foutief geplaatst nummer een verder complete foutloze reeks ontstaat, wordt 1 scorepunt toegekend.

Slide 2 - Slide

2 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord:
- het economische motief om ontdekkingsreizigers in dienst te nemen is het verwerven van grondgebied dat in gebruik genomen kan worden. 1

- het politieke motief om ontdekkingsreizigers in dienst te nemen is het niet achterblijven bij landen als Portugal en Spanje, die met ontdekken en koloniseren begonnen waren. 1

Slide 3 - Slide

3 maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is (twee van de volgende argumenten): 2
- De inheemse bevolking beschikte niet over een schriftcultuur. Daardoor ontbreekt het aan bronnen die iets zeggen over de omvang van de bevolking (bijvoorbeeld een geboorteregister of een bevolkingsregister).
- De inheemse bevolking bestond uit verschillende stammen, waarvan een deel een nomadisch bestaan leidde. Sommige stammen voerden oorlog tegen elkaar. Het is onmogelijk om vast te stellen welk aandeel deze oorlogen speelden in het totale aantal slachtoffers.
- ‘Europese ziekten’ als doodsoorzaak hebben een grote rol gespeeld, maar we hebben geen medische gegevens over doodsoorzaken. We kennen ook het sterftecijfer onder inheemse Amerikaanse stammen niet van vóór de komst van de Europeanen en kunnen daardoor niet met zekerheid zeggen welk deel van de bevolking aan Europese ziekten stierf en welk deel aan ‘inheemse’ ziekten.

Slide 4 - Slide

4 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord: 2
De kolonisten gebruikten de leus ‘no taxation without representation’: een parlement waarin wij niet vertegenwoordigd zijn, kan ons ook geen belastingen opleggen. Dat is de essentie van volkssoevereiniteit: mensen hebben het recht hun eigen regering te kiezen en als die regering hun belangen niet dient, kan zij weggestuurd worden.

Slide 5 - Slide

5 maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord (één van deze twee redeneringen): 2

De tekening werd gemaakt door abolitionisten: tegenstanders van slavernij en slavenhandel. Zij hadden er belang bij het vervoer van de slaven zo ongunstig mogelijk voor te stellen. Je kunt dus vraagtekens plaatsen bij de betrouwbaarheid van de bron.

Als de afbeelding klopt, is nog mogelijk dat dit het ‘ergste’ schip was; het was logisch dat abolitionisten in hun proces het ‘ergste’ voorbeeld aanvoerden om hun punt te maken. We weten niet of het er op alle schepen zo aan toeging. Je kunt dus ook vraagtekens plaatsen bij de representativiteit van de bron.

Slide 6 - Slide

6 maximumscore 3
Punt alleen toekennen als verband met zowel het begrip als met de bron juist of plausibel is.

Verlichtingsideeën: abolitionisme verzet zich tegen slavernij vanuit (onder meer) het verlichte idee dat alle mensen van nature gelijk zijn geboren en ieder mens recht heeft op vrijheid en zelfbeschikking. In het medaillon is dat te zien in de vraag: ‘Ben ik dan geen mens en broeder (ben ik niet evenveel waard als andere mensen)?’ 1

Trans-Atlantische slavenhandel: abolitionisten verzetten zich in het bijzonder tegen de trans-Atlantische slavenhandel; deze werd ook als eerste verboden. In het medaillon zie je dat verzet terug in de geboeide slaaf met Afrikaans uiterlijk die vraagt of hij soms niet de gelijke is van andere mensen. 1

Industriële Revolutie: de trans-Atlantische slavenhandel was sterk gegroeid door de uitvinding van nieuwe spin- en weefmachines zoals de cotton gin, die gecombineerd met stoomkracht de productie van katoenen stoffen op industriële schaal mogelijk maakte. Dat leidde ook tot een toename van de slavenhandel en dát riep onder tegenstanders van slavernij steeds meer verzet op. Het medaillon was gemaakt door een aardewerkfabrikant, een hoofdrolspeler in de Industriële Revolutie dus en ook de massale productie en verspreiding van het medaillon was alleen mogelijk door de industrialisering. 1

Slide 7 - Slide

7 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord:
- Dunbevolkte plattelandsdistricten werden rotten boroughs genoemd omdat ze als kiesdistricten niet geschikt (‘verrot’) waren: er woonde bijna niemand, dus ze vertegenwoordigden ook bijna niemand, terwijl dat wel de bedoeling van het districtenstelsel was. 1
- In de Reform Bill kregen gebieden die door de Industriële Revolutie dichtbevolkt waren geraakt maar nog niet of nauwelijks vertegenwoordigers in het parlement hadden, meer zetels. De wet zette dus de effecten van de Industriële Revolutie om in een eerlijker kiesstelsel. 1

Slide 8 - Slide

8 maximumscore 2
Een juist antwoord bevat deze twee elementen:

- De Reform Bill zorgde ervoor dat de industriegebieden veel beter vertegenwoordigd werden in het parlement. 1
- Die betere vertegenwoordiging maakte de weg vrij naar de eerste sociale wetten om de grootste misstanden in fabrieken tegen te gaan, in dit geval de ergste vormen van kinderarbeid. 1

Slide 9 - Slide

9 maximumscore 2
Een juist antwoord bevat de volgende argumenten:

- In de achttiende eeuw had Groot-Brittannië handelsnederzettingen op alle continenten: het was het knooppunt van een wereldeconomie met handelskapitalisme als grootste motor van economische ontwikkeling. Dat verklaart het grote aantal financiële dienstverleners daar. 1
- In de negentiende eeuw beschikte Groot-Brittannië over uitgestrekte koloniën in Azië, Afrika en Australië en onderhield het levendige handelsbetrekkingen met zijn voormalige koloniën in Amerika; de machtige Britse vloot heerste over de wereldzeeën. Groot-Brittannië was het hart van de Industriële Revolutie, waarin het grondstoffen voor zijn industrie uit de koloniën haalde en zijn industrieproducten deels in die koloniën verkocht. Het land was het centrum van het modern imperialisme. Dat verklaart het grote aantal financiële dienstverleners. 1

Slide 10 - Slide

10 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord:

- De Indiase vorst zit op een troon op een verhoging en steekt iets boven de Britse mannen uit. Iedereen houdt een waardige afstand tot hem. Zijn gevolg is niet minder belangrijk of minder machtig afgebeeld dan de mannen aan Britse zijde. De schilder heeft geprobeerd de twee ‘partijen’ (Britten en Indiërs) als gelijkwaardig af te beelden. 1

Eén van deze twee redeneringen:

- Als het schilderij de waardigheid van de Mogol-keizer zou aantasten, zou dat het gezag van de keizer over zijn Indiase onderdanen kunnen ondermijnen. Dat was niet in belang van de Britten, want die maakten gebruik van zijn gezag om in zijn gebied op ordelijke en vreedzame wijze handel te drijven.
- Als het schilderij de waardigheid van de Mogol-keizer zou aantasten, zou dat afbreuk doen aan de prestatie van de Britse soldaten en onderhandelaar. Een verdrag met een zwakke, verslagen vorst zou minder indruk maken en misschien ook meer kritiek uitlokken dat hier een onderliggende partij werd uitgebuit. Hoe sterker de vorst overkwam, hoe gelijkwaardiger en ‘eerlijker’ het verdrag zou overkomen. 1

Slide 11 - Slide

11 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord:

Het Verdrag van Allahabad was de eerste keer dat Britten zich in India niet alleen als handelaren gedroegen, maar zich ook het bestuur over een bepaald gebied (Bengalen) toe-eigenden, waardoor het bijvoorbeeld zelf belastingen kon opleggen aan de Indiase bevolking. In feite was Bengalen nu Brits grondgebied. 1
Het markeert dus de overgang van kolonialisme naar modern imperialisme, van handelen in den vreemde naar besturen in den vreemde. 1

Slide 12 - Slide

12 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is dat:

- in het gedicht van Kipling de Britten worden gezien als beschaafde mensen die de plicht hebben de onbeschaafde (wilde, kinderlijke) Indiase bevolking op te voeden. 1

- de Britten niets zagen in het Indian National Congress (dat streefde naar meer zelfbestuur voor de Indiërs) omdat ze de Indiërs niet in staat achtten zichzelf te besturen en zichzelf als onmisbaar beschouwden voor een fatsoenlijk bestuur van de kolonie. 1

Slide 13 - Slide