VWO6 H3 P5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Aarde - Middellandse Zeegebied

Par. 3.5

Landdegradatie rond 

de Middellandse Zee

Leerdoelen par. 3.5

• Je weet welke combinaties van natuurlijke kenmerken en menselijke ingrepen leiden tot landdegradatie.
• Je begrijpt hoe de wederzijdse beïnvloeding tussen natuur en de mens juist in dit gebied kan leiden tot landdegradatie.
• Je kunt aan de hand van kaarten verklaren welke vormen van landdegradatie zich waar voordoen in het Middellandse Zeegebied. 

Uitleg bla bla

In het verleden is altijd sprake geweest van landdegradatie door een combinatie van:

• zeer hoge regen-intensiteiten
• reliëf
  
• een instabiele ondergrond
  
• weinig vegetatie
  

Beperkte draagkracht

Veel moderne ontwikkelingen zijn grootschalig van aard. 

Gevolg voor het landschap?

Het landschap  raakt nu sneller uit balans!

Wat is het gevolg van de aanleg van grootschalige druiventeelt?

Wat is het gevolg van het braak laten liggen van landbouwgrond?

Verband tussen neerslag, vegetatie en bodemerosie:

Wanneer de bodem in geringe mate bedekt is met vegetatie door een gebrek aan neerslag, is de bodem sterker vatbaar voor bodemerosie door afstromend water.

Wat is het gevolg van de toepassing van grootschalige irrigatielandbouw?

Wat is het gevolg van de toepassing van grootschalige irrigatielandbouw?

Grote hoeveelheden (fossiel) grondwater worden opgepompt, veel meer dan er jaarlijks infiltreert!

Gevolg: verdroging en verzilting.

Wat is de oorzaak van de bosbranden in het Middellandse Zeegebied?

En wat is het gevolg hiervan?

Hoeveel onderhoud is hiervoor nodig? Gevolgen?

Gevolgen golfbaan ...

• Er wordt veel grondwater opgepompt 
• Andere gebieden verdrogen waardoor de vegetatie verdroogt en afneemt
• De kans op natuurbranden neemt toe.
  

Ook andere vormen toerisme kunnen (in)direct landdegradatie veroorzaken

Samenhang activiteiten mens en natuur !

Aan de slag

• Lees paragraaf 3.5
• Maak de opdrachten
• Maak een samenvatting of woordweb
• Kijk de opdrachten na (classroom)

Alles klaar? Oefenen met hoofdvragen hoofdstuk 1 en 3