What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling hoofdletters & interpunctie
Hoofdletters & interpunctie
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 4,5
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdletters & interpunctie
Slide 1 - Slide
Uitleg hoofdletters
Je gebruikt een hoofdletter altijd bij:
- namen
(straatnamen, plaatsnamen, namen van winkels, namen van mensen, namen van dieren, bij alle namen dus!)
- het begin van een zin
H
et eerste woord van je zin heeft een hoofdletter!
Slide 2 - Slide
Voorbeelden
M
orgen gaat
B
as naar oma.
A
lain woont aan de
H
oofdstraat.
V
andaag gaan
S
usan en
E
smee buitenspelen.
Slide 3 - Slide
Welke zin is goed?
A
morgen gaat Lieke zwemmen.
B
Morgen gaat lieke zwemmen.
C
Morgen gaat Lieke zwemmen.
Slide 4 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Bas en Lucas zijn goede vrienden.
B
Bas en Lucas zijn goede vrienden.
C
Bas en lucas zijn goede vrienden.
D
bas en lucas zijn goede vrienden.
Slide 5 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Lana fietst door de Berkenstraat.
B
lana fietst door de Berkenstraat.
C
Lana fietst door de berkenstraat.
D
lana fietst door de berkenstraat.
Slide 6 - Quiz
Hoofdletters gebruik je
A
bij namen
B
aan het begin van de zin
C
alleen bij straatnamen
D
bij alle namen en aan het begin van de zin
Slide 7 - Quiz
Interpunctie
Wat is dat?
Alle tekens die je kan gebruiken in een zin.
.,?!:''
Slide 8 - Slide
Het vraagteken ?
Gebruik je als de zin vragend is. Je zet het vraagteken aan het eind van de zin.
Bijvoorbeeld:
Heb je lekker geslapen
?
Hoe laat kom je bij mij spelen
?
Wanneer gaan we weer naar school
?
Slide 9 - Slide
Bedenk zelf een vraag.
Denk ook om de hoofdletters!
Slide 10 - Open question
Het uitroepteken !
Het uitroepteken gebruik je aan het eind van de zin bij een
- waarschuwing
- bevel
- uitroep
Pas op! Kijk uit!
Ga aan de kant!
Wauw!
Slide 11 - Slide
Bedenk zelf een zin waar je een uitroepteken bij moet gebruiken.
Slide 12 - Open question
Punt
Een punt gebruik je aan het eind van een gewone zin.
Slide 13 - Slide
Komma
,
Slide 14 - Slide
Welke zin is goed?
A
Ik eet graag appels.
B
Ik eet graag appels
C
ik eet graag appels.
D
Ik eet graag appels?
Slide 15 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Benthe en Sita gaan zitten op de Molenberg?
B
Benthe en Sita zitten op de Molenberg.
C
Benthe en sita zitten op de molenberg.
D
Benthe en Sita zitten op de Molenberg,
Slide 16 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Woensdag gaat Chris voetballen?
B
Woensdag gaat Chris voetballen.
C
Woensdag gaat chris voetballen.
D
Woensdag gaat Chris voetballen!
Slide 17 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Kijk uit voor de hond?
B
Kijk uit voor de hond.
C
Kijk uit voor de hond!
D
Kijk uit voor de hond,
Slide 18 - Quiz
Waar moet de zin mee eindigen?
Hoe heet jij.....
A
!
B
.
C
,
D
?
Slide 19 - Quiz
Waar eindigt de zin mee?
Ga niet naar buiten...
A
!
B
?
C
.
D
,
Slide 20 - Quiz
Waar eindigt de zin mee?
In maart ben ik jarig..
A
?
B
!
C
,
D
.
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Taal hoofdletters & interpunctie
23 days ago
- Lesson with
20 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4,5
Spelling hoofdletters & interpunctie
February 2021
- Lesson with
24 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4,5
Spelling hoofdletters & interpunctie
9 days ago
- Lesson with
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4,5
Spelling dinsdag 8 november
November 2022
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
Starttaal vooraf - thema 1 - taalverzorging 2 (aanpassen)
October 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Spellingles leestekens
June 2023
- Lesson with
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4,5
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4
September 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Hoofdletters en interpunctie - een les
November 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1