What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
DISK Thema 3 woordenschat deel 2
Woordjes
Thema 3
bellen en mailen
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordjes
Thema 3
bellen en mailen
Slide 1 - Slide
De huisarts
Dokter
naar wie je het eerst gaat als je ziek bent.
Enkelvoud:
De huisarts
Meervoud:
De huisartsen
Voorbeeldzin:
Ik ga naar
de huisarts
want ik heb buikpijn.
Slide 2 - Slide
Wat is het meervoud van
de huisarts?
A
de huisarten
B
de huisartsen
C
de huisartsts
D
de huisartsien
Slide 3 - Quiz
Ingewikkeld
Moeilijk
Voorbeeld zin:
Ik vind de toets
ingewikkeld.
Slide 4 - Slide
Welke zin is goed?
A
De opdracht is ingewikkeld.
B
Ingewikkeld de opdracht is.
C
Is ingewikkeld de opdracht.
D
De opdracht ingewikkeld is.
Slide 5 - Quiz
Noteren
Met pen of potlood op papier schrijven.
Werkwoord:
Ik not
eer
Hij/zij/jij not
eert
Wij/jullie no
teren
Voorbeeldzin:
Ik
noteer
het huiswerk in mijn schrift.
Slide 6 - Slide
Welk antwoord is goed?
A
Ik noter
B
Ik noteert
C
Ik noteren
D
Ik noteer
Slide 7 - Quiz
Het verzuim
Afwezig zijn. Niet op school zijn.
Voorbeeldzin:
Het verzuim
van de klas is groot. Veel kinderen zijn niet op school.
Slide 8 - Slide
Als je verzuim hebt, ben je vaak op school.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
De beslissing
De keuze om iets te doen.
Enkelvoud:
de beslissing
Meervoud:
de beslissing
en
Voorbeeldzin:
Ik wil graag rode schoenen, dat is mijn
beslissing.
Slide 10 - Slide
Wat is het meervoud van
de beslissing
A
de beslisingen
B
de beslissingen
C
de beslissings
D
de beslingen
Slide 11 - Quiz
De bezoeker
Wie op bezoek komt.
Enkelvoud:
De bezoeker
Meervoud:
De bezoeker
s
.
Voorbeeldzin:
Ik ben
de bezoeker
in het museum.
Slide 12 - Slide
Wat is het meervoud van de bezoeker?
Slide 13 - Open question
Opbellen
Door de telefoon met iemand praten.
Werkwoord:
Ik
bel op
Hij/zij/jij
belt op
Wij/jullie
bellen op
Voorbeeldzin:
Wij
bellen
de juf
op
.
Hij
belt
zijn mama
op
.
Slide 14 - Slide
Welk antwoord is goed?
A
Hij belt op
B
Hij bellen op
C
Hij opbelt
D
Hij bel op
Slide 15 - Quiz
Perfect
Heel erg goed.
100%
Voorbeeldzin:
De toets is perfect, hij heeft een 10.
Slide 16 - Slide
Als de opdracht perfect is, heb je 0 fouten
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quiz
De waarschuwing
Wat je zegt om iemand te wijzen op gevaar.
Enkelvoud:
de waarschuwing
Meervoud:
de waarschuwingen
Voorbeeldzin:
Pas op! Daar komt een auto!!
Ik geef een waarschuwing aan het kind.
Slide 18 - Slide
Waar zie je een waarschuwing?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
De datum
Dag, maand en jaar.
Enkelvoud:
de datum
Meervoud:
de datums
Voorbeeldzin:
De datum van vandaag is 14 november 2022
2022
Slide 20 - Slide
Waar is de datum goed geschreven?
A
10 september 2001
B
september 10 2001
C
2001 september 10
D
september 2001 10
Slide 21 - Quiz
Opdracht
Maak nu op papier zinnen met de woordjes.
Denk aan een hoofdletter en een punt.
Klaar? Laat de juf de opdracht controleren.
Typ de zinnen in Google Classroom.
Slide 22 - Slide
More lessons like this
12 oktober
October 2023
- Lesson with
44 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
DISK Thema 3 woorden oefenen
March 2023
- Lesson with
34 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
DISK Thema 3 woorden oefenen
17 days ago
- Lesson with
34 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
A1 thema 5, herhaling
March 2024
- Lesson with
24 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 thema 5, herhaling
March 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 thema 5, herhaling
October 2024
- Lesson with
24 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
bij de dokter / lichaamsdelen
November 2023
- Lesson with
34 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 THEMA 5
January 2024
- Lesson with
45 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1