In tweetallen Met de naamstokjes.
Loop rond en vul samen zinnen in.
Je gaat zinnen maken met het geven van je mening + een argument (reden) met 'want' of 'omdat'.
Je gaat zinnen maken met het werkwoord 'zullen'
Een belofte of een voorstel.
Klaar? Lees de zinnen van anderen en verbeter de zinnen als dat nodig is.