Herhalen futur & futur du passé

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

PROGRAMME

• Les buts
  
• Révision - futur (zal/zullen tijd)
• Révision - futur du passé (zou/zouden tijd)

Les buts

• Ik weet hoe ik de futur simple en de futur du passé maak in het Frans.
  
  
• Ik kan de futur simple en de futur du passé toepassen in zinsverband. 

Le futur simple

Le futur simple (zal/zullen tijd)

De futur simple is de toekomende tijd.

Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.

In het Nederlands vertaal je de futur simple met 

een vorm van het hulpww 'zullen'+ infinitief.

Futur simple / toekomende tijd

ik zal werken

hij zal lopen

wij zullen eten

zij zullen kopen

De futur simple maak je door de uitgangen
(die lijken op het werkwoord avoir) 
achter het hele werkwoord te plaatsen.

je partirai

tu partiras

il / elle / on partira

nous partirons

vous partirez

ils / elles partiront

Ik zal spreken

Hij zal eten

On partira

Jullie zullen uitgaan

Zij zullen vinden

Je parlerai

Il mangera

Wij zullen vertrekken

Vous sortirez

Ils trouveront

Futur du passé (zou/zouden tijd)

De uitgangen van de futur du passé zijn hetzelfde als de uitgangen van ...

1. de imparfait
2. de passé composé
3. de présent
4. de futur

futur du passé = 

STAM futur + UITGANG imparfait

• Stam futur regelmatige werkwoorden =
  hele werkwoord
  
  
• Uitgang imparfait =
  -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Mets au futur du passé :
il (prendre)

1. prendrait
2. prendreait
3. prendait

Mets au futur du passé :
elle (marcher)

1. marcherait
2. marchait
3. marchais

Mets au futur du passé :
tu (écouter)

1. tu écouterais
2. tu écoutais
3. tu écouteras

le futur simple 

Le futur du passé

ils mettraient 

elles mangeront

vous sortiriez

nous danserons

je serais

tu partirais

Lars écrira