hin 3TA herhaling woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Welkom

• Ga rustig zitten volgens
  de plattegrond.
   
• Doe je boek alvast open
  op bladzijde 86.

1. Beginnen met woordsoorten. 

2. Welke weet je al?

3. Uitleg woordsoorten. 

4. Aan de slag

5. Vragen en evaluatie

In deze les gaan we

De lesdoelen

• Je weet waar de paragraaf grammatica woordsoorten over gaat.
• Je weet wat woordsoorten zijn.
• Je kunt verschillende woordsoorten herkennen en benoemen.
  

Wat gaan we doen?

Oefentoets bespreken

Vragen stellen Meer dan lezen -

Extra uitleg of aan de slag 

Woensdag toets over 

Meer dan lezen 

Welkom

Pak ook je iPad, 

etui, pen en log in op deze LessonUp. 

6.2

Dit is boek voor  kader, basis ziet er iets anders uit maar krijgt dezelfde onderdelen. 

Woordsoorten

Een zin is opgebouwd uit losse woorden. Al die woorden horen bij een woordsoort.

Hieronder volgt de eerste woordsoort: het werkwoord. 

Opwarmoefening 

Pak een pen en schrijf bij elk plaatje zoveel mogelijk werkwoorden op.  Wie schrijft de meeste werkwoorden op?

Dit doen we in stilte. 

Welke werkwoorden zie je hier? 

Werkwoord 

Een werkwoord is  iets of iemand doet of overkomt. 

En werkwoorden als hebben, kunnen, willen, worden. 

Werkwoord

Een werkwoord kun je vervoegen. Dit betekent dat je er een andere werkwoordsvorm van maakt. 

Wandel wordt wandelt of:
wandelen, wandelde, wandelden, wandelend, gewandeld.

Welke zelfstandig naamwoorden zie je hier? 

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord geeft een ‘naam’ aan ‘zelfstandige’ dingen.

• Namen van mensen, dieren en dingen (eigennamen)
  Lady Gaga, Pluto, Samsung
• Woorden voor concrete zaken
  tafel, laptop, toets
• Woorden voor abstracte zaken
  twijfel, werk, grootte

Zelfstandig naamwoord

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Welke bijvoeglijk naamwoorden zie je hier? 

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.

De gele, nieuwe bank

Een gele nieuwe bank

De lieve, zachte pandabeer

Een lieve, zachte pandabeer.

De blanke, jonge man.

Een blanke, jonge man

Het houten, warme bed.

Een houten, warm bed

Het volle, kleine zwembad.

Een vol, klein zwembad.

Opwarmoefening 

Wie heeft de meeste woordsoorten opgeschreven? 

Plaatje 1 ww

Plaatje 2 zn

Plaatje 3 bn 

Heb je nog vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Wat	Hoofdstuk 3, grammatica, opdracht 1 t/m 3
Hoe	In je boek (bladzijde 86-87) en je schrift.
Hulp	Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd	15 minuten.
Uitkomst	Je kunt woordsoorten herkennen. We gaan het na vijf minuten bespreken.
Klaar	Kijk je huiswerk over Woordenschat na. Werk alvast verder aan opdracht 4 t/m 6.

Heb je nog vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

De theorie over woordsoorten beheers ik nu.

-110

Ik zou nu al een proeftoets over woordsoorten kunnen maken.

😒🙁😐🙂😃

Heb je nog vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Einde van deze les!

Je weet nu:

• Waar de paragraaf  grammatica woordsoorten over gaat.
  
• Wat woordsoorten zijn?
• Hoe je woordsoorten kunt herkennen.

Einde les

De lesdoelen

• Je weet waar de Cursus grammatica woordsoorten over gaat.
• Je weet wat woordsoorten zijn.
• Je kunt werkwoorden herkennen.