Lezen H4

Lezen
Hoofdstuk 4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lezen
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je kan een standpunt en (tegen)argumenten uit een tekst halen en deze invullen in een argumentatiestructuur.

- Terugblik
- Woord van de week
- voorkennis activeren
- Opdr. 2 maken en bespreken

Slide 2 - Slide

Hij (faken) (v.t.) dat hij (carpoolen) (v.t.) want hij ging gewoon met zijn eigen auto.

Slide 3 - Open question

Voeg de juiste leestekens en hoofdletters toe:
minister schultz van haegen vindt dat er te veel ophef is over de plaszak het is een extra service van NS en dat is mooi

Slide 4 - Open question

Hoe formuleer je het onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Open question

Aan welke signaalwoorden herken je een standpunt?

Slide 6 - Mind map

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?

Slide 7 - Mind map

Aan welke signaalwoorden herken je een tegenargument en een weerlegging?

Slide 8 - Mind map

https://nos.nl/artikel/2515076-aantal-levenstestamenten-groeit-snel-maar-ze-zijn-niet-onomstreden

Kopieer de link en benoem aan welk woord je het tegenargument kunt herkennen.

Slide 9 - Open question

Wat betekent het woord van de week 'grietenpresentatie'?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Link

Voorkennis activeren

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat vind jij?
Reageer met één argument voor de stelling en een tegenargument met weerlegging op de stelling: "Gevangenissen moeten zo sober mogelijk".

5 minuten voorbereidingstijd.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Wat ga je doen?
Maak opdracht 4
- Blz. 27
- Lees de tekst in stilte en maak aantekeningen: markeer signaalwoorden die een standpunt aangeven, redengevende, opsommende en tegenstellende signaalwoorden
- 10 min in stilte, daarna in tweetallen
- Klaar? Opdr. 5 maken
- na 15 minuten nakijken.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Leerdoel
je kan een standpunt en (tegen)argumenten uit een tekst halen en deze invullen in een argumentatiestructuur.

Slide 16 - Slide

Welke voorkennis had je nodig om deze les te kunnen maken?

Slide 17 - Open question