Thema 2: organellen, het celmembraan, start diffusie en osmose

Beste wensen!
7.3: experimenteren: de osmosetruc met suiker en zout
1. Testje: wat weet je nog over de cel?
2. uitleg en aantekeningen: het celmembraan
3: opdrachten

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beste wensen!
7.3: experimenteren: de osmosetruc met suiker en zout
1. Testje: wat weet je nog over de cel?
2. uitleg en aantekeningen: het celmembraan
3: opdrachten

Slide 1 - Slide

Is dit een dierlijke of plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 2 - Quiz


Wat is onderdeel B?
A
Bladgroenkorrel
B
Ribosoom
C
Celkern
D
Mitochondrium

Slide 3 - Quiz


Wat is onderdeel E?
A
Ruw endoplasmatisch reticulum
B
Glad endoplasmatisch reticulum
C
Golgisysteem
D
Transportblaasje

Slide 4 - Quiz

Waar vindt verbranding plaats?
A
In onderdeel B
B
In onderdeel E
C
In onderdeel F
D
In onderdeel B, E en F

Slide 5 - Quiz

Welke organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese?
A
Onderdeel B
B
Onderdeel E
C
Onderdeel F
D
Onderdeel E en F

Slide 6 - Quiz

Wat is een eiwit?

Slide 7 - Open question

Waarom zijn eiwitten belangrijk?

Slide 8 - Open question

Welke eigenschap van het celmembraan is juist?
A
Alle stoffen kunnen het celmembraan passeren
B
Geen enkele stof kan het celmembraan passeren
C
Sommige stoffen kunnen het celmembraan passeren
D
Alleen water kan het celmembraan passeren

Slide 9 - Quiz

Celmembraan
Het celmembraan is selectief-permeabel
sommige stoffen kunnen er wel doorheen en andere niet.

 

Slide 10 - Slide

Stel: de paarse bolletjes kunnen kunnen vrij door het membraan bewegen.


Wat is de concentratie paarse bolletjes links en rechts na een lange periode?
A
links: 3% rechts: 9%
B
links: 6% rechts: 6%
C
links: 9% rechts: 3%
D
links: 5% rechts: 7%

Slide 11 - Quiz

Diffusie
Stoffen verplaatsen zich altijd van de plek met de hoogste concentratie naar een plek met de laagste concentratie

Slide 12 - Slide

Stel: de blauwe bolletjes kunnen kunnen niet door het membraan bewegen.


Wat is de concentratie blauwe bolletjes links en rechts na een lange periode?
A
links: 3% rechts: 9%
B
links: 6% rechts: 6%
C
links: 9% rechts: 3%
D
links: 5% rechts: 7%

Slide 13 - Quiz

Stel: de blauwe bolletjes kunnen kunnen niet door het membraan bewegen.


Wat gebeurd er met de hoeveelheid oplosmiddel links en rechts?
A
links: meer oplosmiddel rechts: minder oplosmiddel
B
links: minder oplosmiddel rechts: meer oplosmiddel
C
links: evenveel oplosmiddel rechts: evenveel oplosmiddel
D

Slide 14 - Quiz

Osmose
Water verplaatst zich altijd van de plek met de hoogste concentratie water naar de plek met de laagste concentratie water. 

Slide 15 - Slide

Osmose: verplaatsing van water zodat de waterconcentratie overal gelijk wordt

Slide 16 - Slide

Waar in een plantencel zit de vloeistof waar osmose vooral plaatsvind?
A
cytoplasma
B
celkern
C
vacuole
D
celmembraan

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Opdrachten
opdracht 1, 2, 3, 5, 9, 11, 12, 13, 16

Slide 19 - Slide