Les 2 - Toepassen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom klas 3!

Ga rustig zitten op je plek.

Telefoon in de tas.

Log in met je iPad in LessonUp.

• Introductie
• Entry-ticket invullen
• Voorkennis
• Invuloefening
• Tekst op volgorde 
• Signaalwoorden in context plaatsen
• Exit-ticket
• Afsluiting

Wat gaan we deze les doen?

LESDOEL:

Je weet wat een aanwijzend en vragend voornaamwoord is en hoe je deze in een zin vindt.

Lesdoelen: 

1. Aan het einde van deze les kan ik signaalwoorden in een tekst herkennen en toepassen.
2. Aan het einde van deze les kan ik aangeven wat de meerwaarde van signaalwoorden is.

Entry-ticket

Vul de enquête in.

Je geeft een cijfer van 1 tot 5:

1 = helemaal mee oneens

2 = mee oneens

3 = niet oneens en niet eens

4 = mee eens

5 = helemaal mee eens

Link bij huiswerk van vandaag.

Ingevuld?

1. Ja

De terugblik 

Wat hebben jullie de vorige les geleed? 

werkvorm: denken-delen-uitwisselen

Oefenen met verbindingswoorden

Aan de hand van een invuloefening

Dit doen we klassikaal

Je moet je ontbijt opeten ... je naar school gaat.

Ik wil liever niet meer een krantenwijk lopen, ... ik heb geld nodig voor een nieuwe scooter.

Ik eet graag rijst met broccoli, paprika ... courgette.

... zet je saldo op je ov-chipkaart, ... activeer je je kaart en ...kun je inchecken.

Hij sprak al twee verschillende talen toen hij jong was, ... zijn ouders spreken twee verschillende talen.

Samenwerken

Wat	Maak de juiste volgorde.
Hoe	In tweetallen
Hulp	Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd	Ongeveer 5 minuten
Uitkomst	Ik vraag straks leerlingen om hun volgorde op te lezen.
Klaar	Vraag om de volgende opdracht.

Zelfstandige opdracht

Wat?	Maak de opdracht.
Hoe?	Zelfstandig.
Hulp?	Gebruik het signaalwoordenschema uit je boek (helemaal achterin het boek)
Tijd?	Tot je klaar bent :)
Klaar?	Vul de exit-ticket in (te vinden bij het huiswerk) Daarmee klaar? Maak opdracht 1 en 3 van §5.3

Exit-ticket

Vul de enquête in.

Je geeft een cijfer van 1 tot 5:

1 = helemaal mee oneens

2 = mee oneens

3 = niet oneens en niet eens

4 = mee eens

5 = helemaal mee eens

Ingevuld?

1. Ja

Afsluiting

Als het goed is kun je nu signaalwoorden herkennen en toepassen in een tekst. Daarnaast kun je aangeven wat de meerwaarde is van signaalwoorden.