Vervoeging van regelmatige werkwoorden in het Spaans
Vervoeging van regelmatige werkwoorden in het Spaans
1 / 13
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vervoeging van regelmatige werkwoorden in het Spaans
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je regelmatige werkwoorden in het Spaans vervoegen.
Slide 2 - Slide
Dit is het doel dat je aan het einde van de les aan de leerlingen moet uitleggen.
Wat weet je al over het vervoegen van werkwoorden in het Spaans?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn regelmatige werkwoorden?
Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de stam niet verandert bij het vervoegen.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat regelmatige werkwoorden zijn en hoe ze verschillen van onregelmatige werkwoorden.
De infinitief
De infinitief is de onvervoegde vorm van het werkwoord. In het Spaans eindigt de infinitief van regelmatige werkwoorden op -ar, -er of -ir.
Slide 5 - Slide
Laat zien hoe de infinitief eruitziet voor regelmatige werkwoorden en leg uit wat de uitgangen betekenen.
Presente de indicativo
De presente de indicativo is de tegenwoordige tijd in het Spaans. Om regelmatige werkwoorden in deze tijd te vervoegen, vervang je de -ar, -er of -ir uitgang van de infinitief door de juiste uitgang.
Slide 6 - Slide
Laat zien hoe je regelmatige werkwoorden vervoegt in de presente de indicativo en oefen dit met de leerlingen.
Ejemplos
Voorbeeld van regelmatige werkwoorden: hablar (praten), comer (eten), vivir (wonen).
Slide 7 - Slide
Geef enkele voorbeelden van regelmatige werkwoorden en laat de leerlingen deze werkwoorden vervoegen in de presente de indicativo.
Oefeningen
Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de presente de indicativo.
Slide 8 - Slide
Bereid enkele oefeningen voor waarin de leerlingen regelmatige werkwoorden moeten vervoegen en controleer hun antwoorden.
Afsluiting
Je weet nu hoe je regelmatige werkwoorden in het Spaans kunt vervoegen in de presente de indicativo.
Slide 9 - Slide
Rond de les af door een samenvatting te geven van wat er is geleerd en eventuele vragen van de leerlingen te beantwoorden.
Bronnen
Gebruikte bronnen: Spaansleren.nl, Instituto Cervantes.
Slide 10 - Slide
Vermeld de bronnen die je hebt gebruikt om de les voor te bereiden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.