REKENEN OEFEN VOOR IEP

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7,8

Mo heeft al 15 euro gespaard? Hoeveel procent van het bedrag heeft Mo al gespaard?

......... %

Mo heeft al 90 euro gespaard. Hoeveel procent van het bedrag heeft Mo al gespaard?

......... %

Mustafa rent 3 rondjes om het sportveld. Hoeveel meter heeft hij in totaal gerend?

1. 380 m
2. 8400 m
3. 1140 m
4. 5000 m

Wat is de oppervlakte van het sportveld?

1. 380 m2
2. 8400 m2
3. 1140 m2
4. 5000 m2

Wat is de omtrek?
....m

Wat is de omtrek?

Hoe bereken je de oppervlakte?

lesdoel

Ik kan oppervlakte bepalen van samengestelde figuren uitrekenen.

Wat is de oppervlakte van de kleine rechthoek? (Vul alleen het getal in.)

Wat is de oppervlakte van de grote rechthoek? (Vul alleen het getal in.)

Wat is de oppervlakte van de totale figuur? (Vul alleen het getal in.)

Wat is de oppervlakte?
..... dm2

LESDOEL

Ik kan de inhoud berekenen met een formule.

lengte x breedte x hoogte =

INHOUD

L x B x H = inhoud

Wat betekent dit bord?

• Je mag niet harder dan 50 km/u rijden. 

• 50 km/u betekent: je legt 50 km per uur af. 

Om te kunnen werken met afstand, tijd en snelheid is het belangrijk dat je dit weet:

1 km = ....

1 uur =  ...

1 min = .....

km/u = ...

m/s = ...

60 minuten

60 seconden

1000 meter

kilometer per uur

meter per seconde

Ik wandel 6 km/u.
Hoe ver ben ik na 20 minuten?

1. 4 km
2. 5km
3. 3km
4. 2km

Even kijken wat jullie nog weten:
De trein rijdt 120 km/uur.
Hoe lang doe ik over 24 km?

1. 6 minuten
2. 2 minuten
3. 12 minuten
4. 24 minuten

Carla fietst in 45 min. 18 km. Bereken de gemiddelde snelheid in km/u.

Gebruik de verhoudingstabel in je werkboek.

1. 24 km/u
2. 12 km/u
3. 18 km/u
4. 22 km/u

Een auto rijdt 12 km op 1 liter benzine. De afstand van Den Haag naar Leeuwarden is 180 km. Hoeveel liter benzine verbruikt de auto voor de heen- én de terugreis.

1. 30 liter
2. 15 liter
3. 7,5 liter
4. 6,6 liter

25% van de race is 15 km.
Hoe lang is de hele race?

1. 150 km
2. 30 km
3. 60 km
4. 600 km

zomaar wat vragen.

Welke breuk hoort bij 0,5

1. ​10​​5​​
2. ​2​​1​​
3. ​5​​1​​
4. ​100​​5​​

Welke breuk hoort bij 0,25

1. ​100​​25​​
2. ​2​​1​​
3. ​4​​1​​
4. ​4​​2​​

Welke breuk hoort bij 0,375

1. ​1000​​375​​
2. ​4​​3​​
3. ​8​​3​​
4. ​4​​2​​

Wat is het oosten.

Het oosten ligt bij letter ....

1. A
2. C
3. E
4. G

Bij letter F ligt het ...?

1. zuidwesten
2. westzuiden
3. zuidoosten
4. oostzuiden

Voor twee pizza's heb ik 0,1 kg meel nodig?
Hoeveel meel heb ik nodig voor 10 pizza's?

1. 1 kg
2. 0,1 kg
3. 0,25 kg
4. 0,5 kg

Voor 10 pizza's heb ik 0,6 kg meel nodig?
Hoeveel meel heb ik nodig voor 2 pizza's?

1. 0,1 kg
2. 0,01 kg
3. 0,12 kg
4. 0,02 kg

Wat is de digitale tijd van?
kwart voor 10 's avonds

1. 20:10 uur
2. 09:15 uur
3. 09:45 uur
4. 21:45 uur

Ik sta op het station en kijk op de klok..

Mijn trein vertrekt om 15:25

Hoe lang duurt het nog voordat de trein vertrekt?

1. 1 uur en 25 minuten
2. 1 uur en 5 minuten
3. 1 uur en 55 minuten
4. 1 uur en 30 minuten

Welke letter staat op

​3​​2​​

1. A
2. B
3. D
4. E

Waar zijn de appels het goedkoopst?

Bij welke kraam zijn de lolly's goedkoper?

Wie krijgt het meeste zakgeld?