Om na te gaan of de komma in het product op de juiste plaats staat, kun je dit regeltje gebruiken: het product heeft altijd evenveel cijfers na de komma als het aantal cijfers na de komma in beide factoren samen,
bv. 0,4 × 0,6 = 0,24.
Maar let op: soms lijkt dat niet te kloppen, bv. bij 0,5 × 0,4 = 0,2. Hoe komt dat? Rekenwijzer
(nr. 12c).