4. Framing voor beginners

Journalistiek als wapen tegen desinformatie en nepnieuws

Module 6 (BNL)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Journalistiek als wapen tegen desinformatie en nepnieuws

Module 6 (BNL)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar ging de vorige les over? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les:
- Kan je uitleggen wat framing is en herken je framing.
- Weet je jezelf in een positiever daglicht te zetten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Framing

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarom werkt het?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een verhaal met specifieke woorden en beelden dat bepaalde delen van de werkelijkheid belicht en andere delen uitsluit. Dat stuurt naar een specifieke interpretatie.

Wat is een frame?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Welke behandeling heb je liever? 
Eentje waar je 66% kans op overlijden hebt of één waar je 33% kans op overleven hebt? 
Eerste opdracht
Hoe zie jij jezelf? Pak een voor jou negatieve eigenschap en herframe jezelf in een positief daglicht. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tweede opdracht
Lees blz 14 paragraaf 8.

Maak opdracht 1a. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

INVALSHOEK
=
gaat over WAT er verteld wordt

Welke details van het verhaal worden genoemd? 
Wat is het verschil tussen een invalshoek en framing?
FRAMING
=
gaat over HOE het verteld wordt

Hoe wordt de boodschap
gepresenteerd?
Vertel je over de reden waarom mensen protesteren of wat er is gebeurd tijdens het protest?
Noem je de mensen die meedoen aan een protest 'activisten' of 'drammers'?

Slide 18 - Slide

Het verschil tussen een invalshoek en framing kan lastig te begrijpen zijn. Framing ligt dan ook in het verlengde van invalshoek. Leg aan de hand van deze slide uit wat het verschil is tussen deze twee begrippen.
  • Bij de INVALSHOEK gaat het erom vanuit welk perspectief je een verhaal belicht. Je kijkt dus naar WAT je vertelt over een gebeurtenis. Wat is nieuws., wat is belangrijk voor het publiek, etc. 
  • Bij FRAMING gaat het erom HOE je dit verhaal vervolgens vertelt. Dus hoe wordt de boodschap gepresenteerd? Door framing wordt een bepaalde perceptie op het verhaal gecreëerd.
Framing is een manier om over de werkelijkheid te vertellen of deze te laten zien. Meerdere frames zijn dus waar. Daarom is het belangrijk om frames te herkennen.




Woordkeuze
Framing door woordkeuze
Gelijkwaardige framing
Nadrukkelijke framing
Framing in beelden
Woorden zorgen voor een bepaald gevoel en/of beeld.
Hierdoor wordt een bepaalde kant van het verhaal benadrukt.

Bekijk onderstaande teksten eens...

Slide 19 - Slide

De afbeeldingen zijn te vergroten door erop te klikken.

Bepaalde woordkeuze kan zorgen voor een gevoel en beeld bij een onderwerp. Daarnaast wordt hierdoor een bepaalde kant van een verhaal benadrukt. Dit zag je ook terug in het fragment van School TV. Voorbeelden van framing door woordkeuze zijn: klimaatdrammer/klimaatactivist, , dood/vermoord, gelukzoeker/vluchteling, plofkip en pechgeneratie. 
Spot jij framing?
Je weet nu wat framing door woordkeuze is. 
Zoek in de krantenkoppen de woorden die framen.

Slide 20 - Slide

Leerlingen weten nu wat framing door woordkeuze is en mogen nu zelf aan de slag met het spotten van framing door woordkeuze in krantenkoppen over de wolf. 

Antwoorden: 
De Telegraaf: Romantiek. bloedbaden
De Volkskrant: Té goed
Reformatorisch dagblad: Snackbar
De Standaard: Grimmig
De Telegraaf: Moordende 
Dagblad van het Noorden: Hoort thuis



GELIJKWAARDIGE FRAMING

60% is gezakt
OF
40% is geslaagd
=
Beide zinnen vertellen hetzelfde verhaal, maar geven een andere indruk.
Framing ontstaat ook door accenten
NADRUKKELIJKE FRAMING

Je hebt en 8 en een 4 teruggekregen. 
MAAR
Je vertelt alleen over de 8. 
Deel van het verhaal wordt benadrukt en een ander deel wordt genegeerd.
Het verhaal is niet compleet.

Gelijkwaardige framing
Nadrukkelijke framing
Framing in beelden
Framing door woordkeuze

Slide 21 - Slide

Framing zit niet altijd direct in woorden, twee vormen waarbij framing wat lastiger te spotten is zijn ‘gelijkwaardige framing’ en ‘nadrukkelijke framing’. 
  • Gelijkwaardige framing houdt in dat er verschillende weergaven zijn van gelijke scenario’s. Je kan kiezen om het scenario negatief of positief uit te drukken. Je kan bijvoorbeeld schrijven dat ‘60% is gezakt’ of dat ‘40% is geslaagd’. Beide scenario’s vertellen hetzelfde verhaal, maar geven een andere indruk. 
  • Met nadrukkelijke framing wordt een deel van het verhaal benadrukt en een ander deel genegeerd. Het verhaal is daardoor niet compleet. Je hebt bijvoorbeeld zowel een 8 als een 4 teruggekregen als cijfers op school, maar je vertelt alleen over de 8. 
Het verschil tussen gelijkwaardige en nadrukkelijke framing is dus dat bij gelijkwaardige framing het verhaal nog wel compleet is, maar het positief of negatief wordt belicht en bij nadrukkelijke framing het verhaal incompleet is. 

Afbeeldingen: 
  • Eén ster voor beter leven OF twee sterren voor slechter leven = gelijkwaardige framing
  • Er wordt geprotesteerd zonder problemen MAAR er is één relschopper die uitgelicht wordt = nadrukkelijke framing



Gelijkwaardige of nadrukkelijke framing?
Bekijk hier de Nieuwscheck: "De Telegraaf bericht nogal eenzijdig over een rapport over Syrische Nederlanders."

Spot je gelijkwaardige en/of nadrukkelijke framing?
De Marker, @demarkeronline - 2023.

Slide 22 - Slide

Leerlingen krijgen een TikTok video van De Marker te zien waaruit blijkt dat De Telegraaf eenzijdig bericht over een rapport over Syrische Nederlanders. Aan de hand van de TikTok, mogen leerlingen gelijkwaardige en nadrukkelijke framing uit het artikel van De Telegraaf halen. 

In de volgende slide worden de antwoorden besproken.
Gelijkwaardige framing
Nadrukkelijke framing

Slide 23 - Slide

Bespreek aan de hand van deze slide de antwoorden van het fragment van De Marker.

Gelijkwaardige framing (negatief/positief):
  • Er wordt gezegd: 38% zit in bijstand. Zou ook kunnen zeggen: 62% zit niet in bijstand. (Daarbij wekt deze kop de indruk dat dit alleen over Syrische mannen gaat, maar het zijn alle Syriërs).
  • Er wordt gezegd: en van hun vrouwen werkt twee derde niet.    Kan ook zeggen: een derde werkt.


Nadrukkelijke: 
- Het aantal Syriërs in de bijstand daalt flink en het aantal werkende neemt sterk toe, dat noemt de telegraaf niet.
- Er is ook een vooruitgang te zien bij het aantal werkende Syrische vrouwen.
- Het aantal is bijna net zo hoog als Nederlandse.


De kop van het artikel van de telegraaf is inmiddels veranderd: 38 procent Syriërs zit in de bijstand. 

Framing zit niet alleen in taal, maar ook in beeld...
Framing in beelden
Framing door woordkeuze
Gelijkwaardige framing
Nadrukkelijke framing

Slide 24 - Slide

Framing zit niet alleen in taal maar ook in beelden. Aan de hand van foto’s (in combinatie met tekst) kan een onderwerp worden geframed.

Voorbeelden in de slide: 
Volkskrant - Is Schiphol nog veilig? 
https://nos.nl/artikel/2126480-moslim-daagt-volkskrant-vanwege-framing-op-voorpagina
Een moslim-man met baard wordt in verband te brengen met verhoogde terreurdreiging op Schiphol. De man op de foto vond zelf dat zijn portretrecht werd geschonden en dat de krant zich schuldig heeft gemaakt aan framing van berichtgeving over moslims. 

Volkskrant/Telegraaf - Sinterklaasfeest 
https://stukroodvlees.nl/visuele-framing-van-de-pietendiscussie/
"Deze twee voorpagina’s zijn een mooi voorbeeld van de kracht van beelden. Ze kunnen beschouwd worden als uitermate sterke framing devices, die een verschillende invalshoek geven van eenzelfde onderwerp of probleem. In dit geval legt de Telegraaf de nadruk op de ongeregeldheden gedurende de intocht die samenhangen met de Zwarte Pieten-discussie, terwijl de Volkskrant stilstaat bij het feit dat ook Witte Pieten grotendeels geaccepteerd worden gedurende de intocht." (Rens Vliegenthart, Stuk Rood Vlees)

Soldaat krijgt water
Je ziet in dit voorbeeld goed dat de uitsnede van het beeld invloed kan hebben op het verhaal dat het beeld vertelt. 

Time - Newsweek 
https://people.southwestern.edu/~bednarb/su_netWorks/projects/enyioha/O.J.Simpson.html
NFL-voetbalster O.J. Simpson stond terecht voor de moord op zijn vrouw. Hoewel Simpson onschuldig werd bevonden wegens gebrek aan bewijs, berichtten tijdschriften als Newsweek en Time over de zaak en plaatsten Simpsons politiefoto op hun covers. Beide tijdschriften gebruiken dezelfde foto van Simpson, maar hanteren twee verschillende benaderingen om de afbeelding weer te geven, wat vervolgens andere emoties oproept bij het bekijken van de omslagen. Op de voorkant van Newsweek is het beeld van Simpson in de oorspronkelijke staat te zien, zonder dramatische wijzigingen met betrekking tot de verlichting. Je kunt Simpsons gezicht gemakkelijk zien. Simpsons ernstige gezichtsuitdrukking doet hem onschuldig lijken. 

Time Magazine hanteert een andere aanpak dan Newsweek in een poging Simpson als schuldig aan te wijzen. Aaron Gullickson, auteur van 'The Significance of Color Declines: A Re-Analysis of Skin Tone Differentials in Post-Civil Rights America' stelt: 'Sommige anekdotische bewijzen suggereren dat blanken bijzonder negatieve stereotypen hebben over zwarten met een donkere huidskleur, zoals de donkerder wordende van het gezicht van O.J. Simpson op de cover van Time Magazine" (Gullickson 159). Dit toont niet alleen racisme jegens Afro-Amerikanen met een donkere huidskleur aan, maar ook hoe hetzelfde racisme in tijdschriften wordt geportretteerd. 


Dus wat wil je laten zien?
Foto: Deviantart.com
Foto: flickr
Foto: flickr

Slide 25 - Slide

Bespreek wat voor beeld van de wolf wordt neergezet. 
  • Lief en schattig 
  • Ondeugende dief
  • Moordende wolf

opdracht
Bladzijde 14 paragraaf 8
Lees de tekst onder opdracht 1B + blz. 15
Maak opdracht 2b, 2c en 2d

Slide 26 - Slide

This item has no instructions