What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 3.2: trema, koppelteken, accent
Trema, koppelteken, accent
3.2
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Trema, koppelteken, accent
3.2
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
Je leert:
wanneer en waarom je een trema plaatst;
wanneer en waarom je een koppelteken gebruikt;
wanneer je een accent gebruikt.
Slide 3 - Slide
Waarom?
Om uitspraakproblemen te voorkomen gebruik je trema’s, apostrof en koppeltekens.
Slide 4 - Slide
Trema: ë ï ö
Om te voorkomen dat 2 opeenvolgende klinkers als één klank worden gelezen.
ideeen -> ideeën
patient -> patiënt
Azie -> Azië
Let op: in samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken: radio-interview, mee-eten, opera-achtig, cd-speler
Slide 5 - Slide
Trema komt op de laatste letter. Die letter spreek je dan opnieuw uit:
Vb: geïnteresseerd
Wat als het trema er niet staat? geinteresseerd
Slide 6 - Slide
Trema bij meervoud
Extra “e” of niet?
Klemtoon op de ie -> dan een extra e, zo niet dan plaats je het trema op de “e” van “ie”
Klemtoon op de ie? E d'r bie!
Slide 7 - Slide
Voorbeelden
knie - knieën
bacterie - bacteriën
calorie - calorieën
Twijfel je waar de klemtoon zit? Hond kwijt!
Slide 8 - Slide
Meervoud van porie
A
porien
B
porie-en
C
poriën
D
porieën
Slide 9 - Quiz
Koppelteken
1. Een koppelteken plaats je als je twee woorden samenvoegt, dus bij een samenstelling én als er een nieuwe klank ontstaat.
2. Na een afkorting, cijfer of letter
3. Samengestelde aardrijkskundige namen
4. Na “ex” of “oud”
5. Als je een deel weglaat
Slide 10 - Slide
Voorbeelden
In samenstellingen met 2 klinkers die als één klank kunnen worden uitgesproken
naapen -> na-apen
meeeten -> mee-eten
Om aan te geven dat een deel van een woord is weggelaten
voordelen en nadelen -> voor- en nadelen
zondagen en feestdagen -> zon- en feestdagen
Slide 11 - Slide
Wat is de juiste spelling?
A
drie-en-zestig
B
drieënzestig
C
drieenzestig
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
egoistisch
B
egoïstisch
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
zeeegel
B
zee-egel
C
zee'egel
D
zeeëgel
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
vmbo'er
B
vmbo-er
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Video'tje
B
Videootje
C
Videötje
Slide 16 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Auto-ongeluk
B
Autoongeluk
C
Auto'ongeluk
D
Autoöngeluk
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Het sms-je stond vol sms-taal
B
Het sms'je stond vol smstaal
C
Het sms'je stond vol sms-taal
D
Het smsje stond vol sms-taal
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Zuid-Korea
B
Zuid Korea
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
café-restaurant
B
café restaurant
Slide 20 - Quiz
Accenten
Het geeft aan hoe je een letter moet uitspreken.
hé, oké (klinkt als “ee”)
hè, misère (klinkt als de e in elf)
Crêpe (klinkt als è)
Curaçao
Slide 21 - Slide
Accenten 2
Als je ergens de nadruk op wilt leggen.
Dat moet jíj doen.
Het is wél leuk!
Slide 22 - Slide
Je leerde:
wanneer en waarom je een trema plaatst;
wanneer en waarom je een koppelteken gebruikt;
wanneer je een accent gebruikt.
Maak 3.2 A en B
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Spelling 7.3: trema, koppelteken, accent
September 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets Blok 2 M3
January 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3 hv H1 Spelling
November 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3 hv H1 Spelling
September 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3TP2 H/V Koppelteken/ apostrof/ trema/ etc.
August 2019
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
Spelling: Apostrof (+ trema, koppelteken, accent, cedille)
February 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
20180517 spelling (3) leestekens
March 2019
- Lesson with
13 slides
LES 34: woordtekens: Trema, apostrof, accent, cedille
October 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3