1. De tekst op de dia's was niet te lezen voor de achterste rij.
2. Ze kan niet zonder haar Blackberry.
3. De Chinees op de hoek is vannacht afgebrand.
4. Helaas kan onze viervoeter niet meer op vakantie.
5. Omdat hij drie glazen te veel had gedronken, moest hij de auto laten staan.