This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Planning
Herhaling Gramm 5.1 en 5.2
Uitleg Tekens bij woorden
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Wanneer gebruik je een komma?
Slide 2 - Open question
Welke zin is juist?
A
Elk jaar krijgt dhr. Van Der Laan een prachtig vaderdagscadeau van zijn zoon.
B
Het Suikerfeest is een islamitisch feest waarop het einde van de maand ramadan gevierd wordt.
C
's Morgens om 06.00 uur gaat Joost altijd zwemmen in de Atlantische Oceaan.
D
Najat heeft afgelopen zomer in Turkije een namaak Chanel gekocht.
Slide 3 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Gisteren heb ik bij de Hema champagneglazen gekocht voor het nieuwjaarsfeest.
B
Het Hindoeïsme kent vele goden waaronder Shiva en Ganesha.
C
Ik weet niet hoe ik u kan bedenken, mevrouw de Groot.
D
Mijn neef heeft een oude boerderij gekocht aan de IJssel in het Oosten van het land.
Slide 4 - Quiz
Neem de zin over. Gebruik de juiste leestekens. De woorden beroemd en befaamd zijn synoniemen.
Slide 5 - Open question
Neem de zin over. Gebruik de juiste leestekens. Mustafa vroeg Weet iemand misschien in welke periode de bouwvak valt
Slide 6 - Open question
Tekens bij woorden
Slide 7 - Slide
Spel correct. Neem het woord over en plaats zo nodig een apostrof. s-Hertogenbosch, CDAer, Alex boek
Slide 8 - Open question
Spel correct. Neem het woord over en plaats zo nodig een trema. Roemenie, ingredienten, justitiele
Slide 9 - Open question
Spel correct. Neem het woord over en plaats zo nodig een accent. prive, vegetarisch, asperge-cremesoep
Slide 10 - Open question
Spel correct. Neem het woord over en plaats zo nodig een weglatingsstreepje. lichtinstallatie en geluidsinstallatie, bruine beren en ijsberen, dorpsstraten en dorpspleinen