Oefentoets spelling H1 t/m H6

Wat is de juiste spelling?

A
moederkindje
B
moederskindje
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is de juiste spelling?

A
moederkindje
B
moederskindje

Slide 1 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Groenteboer
B
Groentenboer

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
auto ongeluk
B
autoöngeluk
C
auto-ongeluk
D
autoongeluk

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
vwo leerling
B
vwoleerling
C
vwo-leerling

Slide 4 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
bouw- en onderhouds werkzaamheden
B
bouw en onderhoudswerkzaamheden
C
bouw en onderhouds werkzaamheden
D
bouw- en onderhoudswerkzaamheden

Slide 5 - Quiz

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

als je de stad nog nooit bezocht hebt moet je in ieder geval het noordelijke gedeelte bekijken

Slide 6 - Open question

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

in de avond loopt ronald de goede altijd een laatste rondje met de hond want mevrouw de goede blijft na negenen liever binnen

Slide 7 - Open question

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Hij […] vandaag.

Slide 8 - Open question

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Wij […] gisteren.

Slide 9 - Open question

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Zij hebben […].

Slide 10 - Open question

In welke zin is het werkwoord correct vervoegd?

Mijn zusje heeft deze zomer […] in Australië.
A
gebackpackt
B
gebackpackd
C
gebackpacket
D
gebackpacked

Slide 11 - Quiz

Welke bewering is onjuist?
A
samenstellingen van drie woorden of minder schrijf je niet aan elkaar: tennis racket, basket bal
B
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel schrijf je aan elkaar: dichtbevolkt, stomverbaasd.
C
veel samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar: autorijden, losmaken, pianospelen
D
getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar: honderdduizend, zestienduizend

Slide 12 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
pro actief
B
proactief
C
pro-actief

Slide 13 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
hockeyelftal
B
hockey elftal
C
hockey-elftal

Slide 14 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonen soep
D
bruinebonensoep

Slide 15 - Quiz

Maak de juiste samenstelling. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.
hoog+school

Slide 16 - Open question

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.

varken+snuit

Slide 17 - Open question

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.

lach+bek

Slide 18 - Open question

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.

bed+goed

Slide 19 - Open question