Van A tot Zin - 2.1 en 2.2

Van A tot Zin 
2.1 en 2.2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van A tot Zin 
2.1 en 2.2

Slide 1 - Slide

Doelen
Ik weet dat je moet leren welk lidwoord bij welk woord hoort.
Ik weet wanneer ik 'een' gebruik als lidwoord. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

de - woorden

Slide 6 - Mind map

het - woorden

Slide 7 - Mind map

Opdracht 4
Wat is er zwart? Gebruik ook de / het!

Slide 8 - Open question

Opdracht 4
Wat is er rood? Gebruik ook de / het!

Slide 9 - Open question

Opdracht 4
Wat doe je in de pan?

Slide 10 - Open question

Opdracht 4
Wat zit er in de schaal?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wanneer gebruik je 'een'?
Je praat voor het eerst over iets.
     Ik eet vanavond in een restaurant. Het restaurant is duur.
Het is algemeen, niet specifiek.
     Er zit een vogel in de boom. 
          De rode vogel zit in de boom.
Alleen in het enkelvoud.
     Ik pak een boek.
          Ik pak de boeken.

Slide 14 - Slide

Wanneer gebruik je de / het?
Je praat verder over iets.
     Ik eet vanavond in een restaurant. Het restaurant is duur.
Je praat over iets specifieks.
     Er zit een vogel in de boom. 
          De rode vogel zit in de boom.

Specifiek = je zegt precies over wie of wat je praat.

Slide 15 - Slide

Opdracht 1
Maak zelf opdracht 1 (blz. 54).
We kijken deze samen na.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wanneer gebruik
je 'een'?

Slide 18 - Mind map

Aan het werk!
Maken
2.1 - opdracht 1 en 2                  2.2 - opdracht 2 en 3
We kijken straks samen na. 

Huiswerk:
Computeropdrachten 2.1 en 2.2

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Ik weet wanneer ik 'een' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll