NE - HV1 - 3.3

NE - HV1 - 3.3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NE - HV1 - 3.3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Maken
Opdracht 1 t/m 5.

Slide 3 - Slide

Tekstopbouw (1)
  1. Inleiding = korte informatie over onderwerp tekst.
  2. Kern = langste deel, behandelt onderwerp.
  3. Slot = samenvatting of conclusie (geen nieuwe informatie!)

Slide 4 - Slide

Tekstopbouw (2)
Twee manieren:

  • Tweedeling = inleiding - kern (bijv. nieuwsbericht)
    Heeft geen slot (conclusie/samenvatting)

  • Driedeling = inleiding - kern - slot (bijv. artikel/onderzoek)

Slide 5 - Slide

Alinea opbouw
  • belangrijkste zin, kernzin en uitleg/uitwerking ervan.

Kernzin van alinea = belangrijkste, samenvattende zin van die alinea --> eerste, tweede of laatste zin van de alinea.

Slide 6 - Slide

Maken
Opdracht 6, 7, 8, 11, 12.

Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte = belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.



  • bedoeling schrijver.
  •  bijna altijd in 1e alinea te vinden.
  • vaak ook in slot.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoofd- en Bijzaken
Hoofdzaak = belangrijkste wat er over een (deel)onderwerp wordt gezegd. Gebruik de kernzinnen!

Bijzaak = minder belangrijke informatie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verwijswoorden
  • schrijver wil niet de hele tijd dezelfde woorden gebruiken --> verwijswoorden --> verwijzen naar iets wat eerder in de tekst genoemd is.

Bijv. Mark Rutte gaat uit de politiek. Hij is er klaar mee. 

Slide 12 - Slide

Maken
Opdracht 15, 17 t/m 25.

Slide 13 - Slide