Les 4 ZIL communicatieproblemen


Les 4 communicatie

lees - kijk - maak
succes!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Les 4 communicatie

lees - kijk - maak
succes!

Slide 1 - Slide

Na deze les..
  • Kun je het communicatieproces uitleggen.
  • Weet je wat RUIS is, en wat er bedoeld wordt met de woorden CODEREN en DECODEREN.

Slide 2 - Slide

Lees de strip...
.... Er kan van alles misgaan in de communicatie.. ;-(  Dat noem je RUIS!

Slide 3 - Slide

Bekijk het schema goed en klik op de speaker om de toelichting te luisteren!
medium

Slide 4 - Slide

Bekijk nu het filmpje over het communicatieschema.
Let goed op! (1,5 minuut)

kijkvragen:
  1. Wat is een medium?
  2. Bedenk 2 oorzaken van ruis!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

1. Wat is een medium?

Slide 7 - Open question

2. Noem 2 oorzaken van ruis:

Slide 8 - Open question

Als je in een gesprek moeilijke woorden gebruikt die de ander niet begrijpt, noem je dit SEMANTISCHE RUIS.
Wat zou jij kunnen doen om te semantische ruis te voorkomen?

Slide 9 - Open question

lees de casus:
Suzan werkt op een dagopvang voor verstandelijk gehandicapten. Sjoerd is haar collega. Suzan vind Sjoerd maar een sloddervos. Hij laat van alles slingeren. Vandaag ook weer. Ze werpt Sjoerd een boze blik toe en zuchtend ruimt ze de restanten van de activiteit van die morgen op. Sjoerd ziet het en denkt dat Suzan boos kijkt omdat de bezem een beetje kapot is. Hij zegt: "Vervelend dat de spullen hier altijd kapot zijn he? We moeten nodig nieuwe inkopen doen.." 

Slide 10 - Slide

Op welke manier 'codeert' Suzanne haar boodschap?
A
met een zucht en een boze blik
B
met een opmerking over de bezem
C
door Sjoerd een berichtje te sturen

Slide 11 - Quiz

Er is sprake van RUIS in het gesprek. Wat is de oorzaak van de ruis?
A
Sjoerd decodeert de boodschap verkeerd.
B
Sjoerd kan Suzanne niet zo goed zien.
C
Er zijn harde geluiden in de activiteitenruimte waardoor de boodschap niet goed overkomt.

Slide 12 - Quiz

Wie is de zender in deze casus?
A
Suzan
B
Sjoerd
C
Suzan en Sjoerd zijn allebei een keer zender

Slide 13 - Quiz

stelling: Decoderen is het geven van een betekenis aan een boodschap!
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

stelling: Feedback is het geven van een reactie op een boodschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

referentiekader:
Ieder mens hoort een boodschap op zijn eigen manier aan. We hebben namelijk allemaal onze eigen verwachtingen en ideeen. We zijn allemaal op onze eigen manier gevormd, en hebben verschillende waarden en normen. 
Dit noem je: REFERENTIEKADER!

Slide 16 - Slide

Waardoor wordt je referentiekader gevormd?
A
door je opvoeding en leefsituatie
B
door je ideeën en gewoonten
C
door je normen en waarden
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

Voorbeeld van psychologische ruis 
Bente, 4 jaar spreekt haar moeder aan: "Elise, kun je me even helpen met mijn rits dicht doen?" 

Als je dit hoort veroorzaakt dit waarschijnlijk ruis omdat je wellicht niet gewend bent je ouders met hun voornaam (en misschien ook niet met 'jij/je') aan te spreken. 
Jouw referentiekader is gevormd door de gewoonte om je ouders en volwassenen aan te spreken op een bepaalde manier.

Slide 18 - Slide

andere voorbeelden psychologische ruis
- jouw stemming
- jouw verwachting van de ander
- vooroordeel over de ander

Slide 19 - Slide

Om te noteren:
Externe ruis: verstoring van de communicatie van buitenaf

Interne ruis: is verstoring van de communicatie door processen in of tussen de sprekers

Semantische ruis: je begrijpt de taal/gebaren van de ander niet

Psychologische ruis: verstoring in de communicatie door je idee over de ander.  Maar ook jouw stemming. 


Slide 20 - Slide

Heb je nog een vraag over communicatieproblemen, ruis, referentiekader of een andere vraag, typ die dan hier. Je docent komt er in de volgende les op terug.

Slide 21 - Open question

Naar de periode opdracht!

1. Je gaat nu bij deel 1 punt 5 (5e aspect) over communicatieproblemen invullen.
2. Bedenk 2 voorbeelden waarbij er sprake was van RUIS in de communicatie. 
3. Let op: schrijf in je voorbeeld erbij of er sprake was van externe ruis of interne ruis. Waar ging het mis? Bij het coderen of het decoderen van de boodschap? 
4. Schrijf er ook bij of jij de miscommunicatie had kunnen voorkomen!

Slide 22 - Slide

Bedankt voor je aandacht en tot de volgende keer!

Slide 23 - Slide