mavo1-C.7-§4-Spelling-Meervouden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les

Ca. 15 minuten stil lezen

Huiswerk bespreken

Start nieuw onderwerp

Aan het werk

 

Telefoon in de kluis! Jas over de stoel, IPad in de tas

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?

Oftewel, wat is het doel van deze les?

In deze les leer je meervouden spellen

C. 7-§4-Spelling-Meervouden-mavo1

Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.

Zo maak je een meervoud

Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door -en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; wielrenner → wielrenners.

C. 7-§4-Spelling-Meervouden-mavo1

Let op: soms moet je daarnaast

een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): brief → brieven; hof → hoven.

een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): gans → ganzen; paleis → paleizen.

de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: jas → jassen; pit → pitten.

een a, e, o of u (klinker) weghalen: muur → muren; heer → heren.

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek of woordenlijst.

apps.noordhoff.nl

§ 2 Tekstverbanden

Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.

Zet het iedere keer zo in je schrift:

cursus-C-paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.

vul in,

Staat er: omcirkel, vul in,onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. 

Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Aan de slag

Maken:

Cursus 7

§4  Meervouden

blz. 234

opdr. 1 t/m 5

C. 7-§4-Spelling-Meervouden-mavo1

Tekst

C. 7-§4-Spelling-Meervouden-mavo1

Tekst