zwakke werkwoorden TT en VT

De juffen _____________ iedere ochtend de kinderen. (begroeten)
1 / 30
next
Slide 1: Open question
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De juffen _____________ iedere ochtend de kinderen. (begroeten)

Slide 1 - Open question

...........ik mijn veters zo goed?
(knopen)

Slide 2 - Open question

Gisteren _____________ ik een vlinder te vangen. (proberen)

Slide 3 - Open question

Hij _____________ vorige week op zee. (vissen)

Slide 4 - Open question

Jij _____________ de ramen aan de binnenkant. (poetsen)

Slide 5 - Open question

Jullie _____________ gisteren alles netjes schoon. (vegen)

Slide 6 - Open question

Ik _____________ de touwtjes bij elkaar.
(knopen)

Slide 7 - Open question

Jullie _____________ elke dag de vloer. (dweilen)

Slide 8 - Open question

__________ jij elke nacht? (dromen)

Slide 9 - Open question

Ik _____________ gisteren naar een verkeerd nummer. (bellen)

Slide 10 - Open question

De juffen _____________ steeds de opdrachten. (vergroten)

Slide 11 - Open question

De rangers _____________ vorige jaar veel diersoorten. (redden)

Slide 12 - Open question

De bouwvakkers _____________ de schade aan de brug. (herstellen)

Slide 13 - Open question

Suze en Kay _____________ gisteren een poster uit het tijdschrift. (knippen)

Slide 14 - Open question

De meisjes _____________ over schattige diertjes. (dromen)

Slide 15 - Open question

Toen _____________ ik mijn moeder op haar werk. (filmen)

Slide 16 - Open question

Samuel en Dirk _____________ gisteren niet naar elkaar. (luisteren)

Slide 17 - Open question

Ramon _____________ toen over haar rug. (aaien)

Slide 18 - Open question

Jij _____________ het vogelvoer aan de boom. (knopen)

Slide 19 - Open question

Toen _____________ ik een grappig avontuur. (beleven)

Slide 20 - Open question

Gisteren _____________ Eva een rok.
(bestellen)

Slide 21 - Open question

Mijn ouders _____________ dat mijn broertje het gedaan heeft. (vermoeden)

Slide 22 - Open question

Jij _____________ de juf voor het goede cijfer. (bedanken)

Slide 23 - Open question

Gisteren _____________ ik elke minuut. (benutten)

Slide 24 - Open question

Jij _____________ iedereen die aardig is tegen jou. (belonen)

Slide 25 - Open question

Ik _____________ dat ik geen grapjes meer zal uithalen. (beloven)

Slide 26 - Open question

_____________ jij een kaart voor je moeder? (maken)

Slide 27 - Open question

_____________ jij graag? (knutselen)

Slide 28 - Open question

Ik _____________ vorig jaar voor de E5. (voetballen)

Slide 29 - Open question

Yvonne _____________ vorig jaar dat zij de vakantie zou regelen. (beloven)

Slide 30 - Open question