QUIZ TEKSTVERBANDEN

QUIZ TEKSTVERBANDEN
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

QUIZ TEKSTVERBANDEN

Slide 1 - Slide

Met een toelichtend verband wordt een voorbeeld gegeven.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 2 - Quiz

Daarnaast is een signaalwoord voor een toelichtend verband.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Kies het signaalwoord voor een tegenstellend verband.
A
inmiddels
B
ook
C
hoewel
D
zoals

Slide 4 - Quiz

Welke kan geen signaalwoord zijn voor een chronologisch verband?
A
zo
B
bovendien
C
eerst
D
na de toets

Slide 5 - Quiz

Zij spreekt veel talen, zoals Farsi, Turks en Portugees. Welk tekstverband zit hier niet in?
A
samenvattend
B
toelichtend
C
opsommend

Slide 6 - Quiz

Dankzij de regenval is de oogst alsnog geslaagd. Welk tekstverband herken je?
A
Redengevend
B
Oorzakelijk

Slide 7 - Quiz

Zo slim is Lisa echter niet. Welk tekstverband herken je?
A
Toelichtend
B
Tegenstellend
C
Samenvattend
D
Concluderend

Slide 8 - Quiz

Ze leert hard zodat ze hoge cijfers zal halen.
A
Samenvattend
B
Concluderend
C
Doel-middel
D
Redengevend

Slide 9 - Quiz

Je leest een kop in de krant: 'Quinten Timber is de beste speler van de Eredivisie.' Welk tekstdoel verwacht je hier?
A
activerend
B
informerend
C
overtuigend
D
amuserend

Slide 10 - Quiz

Al met al hebben we een leuke klas en mentor. Welk tekstverband zien we hier zeker niet?
A
Concluderend
B
Samenvattend
C
Tegenstellend
D
Opsommend

Slide 11 - Quiz

Ik wil niet naar Spanje want ik hou niet van de zon. Welk tekstverband herken je?
A
Concluderend
B
Samenvattend
C
Redengevend
D
Oorzakelijk

Slide 12 - Quiz

Welke stelling over de hoofdgedachte is niet waar?
A
Meestal in inleiding of slot
B
Zegt iets over het onderwerp.
C
Stelt vaak een belangrijke vraag.
D
Het belangrijkste van het artikel in 1 zin.

Slide 13 - Quiz