Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'ten eerste, ook, bovendien, verder'?
A
conclusie
B
opsomming
C
volgorde
D
tegenstelling
Slide 14 - Quiz
Welk verband heeft deze signaalwoorden: dus en kortom
A
Opsomming
B
conclusie
C
Reden
D
tegenstelling
Slide 15 - Quiz
Maak de volgende zin af: De hoofdgedachte ...
A
is de aanleiding voor het schrijven van de tekst
B
is de kortste samenvatting van een tekst
C
is een advies dat de schrijver geeft
D
staat altijd in het slot van de tekst
Slide 16 - Quiz
Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst.
B
Het onderwerp van een alinea.
C
Aspecten van het onderwerp.
Slide 17 - Quiz
Een recensie is een objectieve tekst
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Wat geef je in een recensie?
A
In een recensie geef je alleen je mening.
B
In een recensie schrijf je alleen op wat je niet goed vindt.
C
In een recensie zeg je helemaal niks.
D
In een recensie geef je je menig en argumenten.
Slide 19 - Quiz
Je hebt voor je werk een cursus gevolgd. De organisatie die de cursus aanbood heeft je gevraagd een review te schrijven voor hun website.
A
formeel
B
informeel
Slide 20 - Quiz
Wat is een review?
A
kritische bespreking van een film of boek.
B
Een korte recensie over een restaurant of een product.
C
Harde waarheid over een product.
D
Alleen maar sterren geven.
Slide 21 - Quiz
Welk tekstverband staat in deze tekst:
Wat ze precies deed? Ze praatte tegen me in het Frans. Zij is Frans en mijn vader is Engels, dus lag het voor de hand dat ik tweetalig zou worden opgevoed.
A
Argument
B
Conclusie
C
tijdsvolgorde
D
Mening
Slide 22 - Quiz
Feit, mening of argument? De Lybische premier is ontvoerd en daarna bevrijd.