Les 3. 2.5

Welkom!
Telefoon in telefoontas (of in je eigen tas)
Pak je laptop + binas
Pak pen en papier
Ga in deze lessonup
Open 10voorbiologie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoon in telefoontas (of in je eigen tas)
Pak je laptop + binas
Pak pen en papier
Ga in deze lessonup
Open 10voorbiologie

Slide 1 - Slide

DOEL
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen zorgen voor het ontstaan van secundaire gesachtskenmerken
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen de zaadcelproductie en menstruatiecyclus aansturen. Je kunt hierbij interactieschema’s maken en interpreteren. Aan de hand van deze schema’s kun je beredeneren wat mogelijke effecten zijn van: de pil, testosteroninjecties, HCG, in een opgave gegeven afwijkingen etc.

theorie 2.5 (en 6.5 & 6.6)

Slide 2 - Slide

Wat is het mannelijk geslachtshormoon?

Slide 3 - Open question

Hormonale regeling man
FSH stimuleert vorming zaadcellen in zaadbal


LH stimuleert productie testosteron


Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken maar – (remt) productie FSH, LH en GnRH 

Binas 89C

Slide 4 - Slide

Trudi en Caspar praten over de hormonen in het lichaam die de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken veroorzaken.
- Trudi zegt: 'De hormonen uit de hypofyse zorgen ervoor dat de geslachtsorganen hormonen gaan maken.'
- Caspar zegt: 'Alle organen in het lichaam reageren op de hormonen uit de hypofyse'.
Wie van hen heeft er gelijk? (T1, 1p)
A
alleen Caspar heeft gelijk
B
alleen Trudi heeft gelijk
C
Trudie en Caspar hebben beide gelijk
D
Trudi en Caspar hebben geen van beiden gelijk.

Slide 5 - Quiz

In de 18e eeuw werden jonge jongens die in kerkkoren zongen, soms gecastreerd. Ze konden ze hun hoge zangstem houden. Deze castraten-zangers waren geliefd, omdat vrouwen in kerken niet mochten zingen.

Waardoor hebben castraten een hoge stem? Leg je antwoord uit. (T2, 2p)

Slide 6 - Open question

voorbeeld:
verklaar aan de hand van BINAS 89C welk effect testosteron-achtige stoffen hebben op de vruchtbaarheid

geef antwoord op volgende dia

Slide 7 - Slide

Geef het antwoord op de vorige vraag

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Geef het antwoord op de vorige vraag

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

timer
10:00
Herhaling. Neem het schema over en vul per bolletje in of er een + of een - komt te staan. (overleggen mag) (gebruik lesboek/binas)

Slide 12 - Slide

Maak een foto van je interactieschema

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom het slikken van de pil (met oestrogenen) lijdt tot onvruchtbaarheid.

Slide 15 - Open question

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom als het gele lichaam verdwijnt er weer een nieuwe follikel ontwikkelt.

Slide 16 - Open question

De hypothalamus is een deel van de hersenen en scheidt een hormoon uit genaamd GnRH. Hiervoor is een bepaalde vetverhouding in het lichaam nodig. Door de afgifte van dit hormoon worden de hormonen FSH en LH vrijgemaakt uit de hypofyse. FSH stimuleert de groei van het aantal follikels met de eicellen in de eierstokken. Iemand die anorexia nervosa heeft, is vaak veel te dun en heeft ondergewicht. Bij meisjes die lijden aan anorexia nervosa, blijft de menstruatie vaak uit. Waardoor worden meisjes met anorexia nervosa niet ongesteld? (T2, 2p)
Gebruik je eigen schema

Slide 17 - Open question

Zwangerschap
Het embryo geeft HCG af

Zoek in je binas wat HCG doet en bedenk waar/hoe je dit in je schema zou kunnen verwerken
timer
2:30

Slide 18 - Slide

Bij een eventuele zwangerschap gaat het embryo een nieuw hormoon aanmaken: HCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand wordt gehouden. Leg aan de hand van je interactieschema uit wat dat dit leidt tot geen nieuwe ontwikkeling van een follikel

Slide 19 - Open question

Huiswerk
Basiskennisvragen & toetsvragen 2.5
 leer 6.5 en 6.6 ook nog een keer

Om 14:55 leg ik kort uit waar je kan vinden hoe je correct moet verwijzen in je verslag

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video