Les 5. Geslachtshormonen [herhaling]

Welkom!
Pak je laptop + binas
Ga in deze lessonup

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je laptop + binas
Ga in deze lessonup

Slide 1 - Slide

DOEL
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen zorgen voor het ontstaan van secundaire gesachtskenmerken
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen de zaadcelproductie en menstruatiecyclus aansturen. Je kunt hierbij interactieschema’s maken en interpreteren. Aan de hand van deze schema’s kun je beredeneren wat mogelijke effecten zijn van: de pil, testosteroninjecties, HCG, in een opgave gegeven afwijkingen etc.

theorie 2.5

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

hormonen man
FSH stimuleert vorming zaadcellen in zaadbal

LH stimuleert productie testosteron

Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken maar – (remt) productie FSH, LH en GnRH 

Slide 4 - Slide

Verklaar aan de hand van BINAS 89 welk effect testosteron-achtige stoffen hebben op de vruchtbaarheid.

Slide 5 - Open question

Cyclus in dagen
Een cyclus duurt gemiddeld 28 dagen..
Menstruatie dus ook om de 28 dagen

Gebeurtenissen tijdens menstruatiecyclus:
1. menstruatie
2. eicel rijpt
3. baarmoederslijmvlies groeit
4. eisprong


Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 6 - Slide

Puberteit
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in een eierstok. Na ongeveer 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider.                  = ovulatie         
  • * een meisje is vruchtbaar als haar eicellen gaan rijpen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode.
Welk proces vindt plaats op tijdstip P?
A
bevruchting
B
menstruatie
C
eisprong

Slide 10 - Quiz


De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode.
Is deze vrouw op tijdstip Q zwanger?
A
ja
B
nee
C
dat is niet uit de gegevens af te leiden

Slide 11 - Quiz

timer
10:00
Herhaling. Neem het schema over en vul per bolletje in of er een + of een - komt te staan. (overleggen mag) 
Gebruik de theorie van 2.5

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom het slikken van de pil (met oestrogenen) lijdt tot onvruchtbaarheid.

Slide 14 - Open question

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom als het gele lichaam verdwijnt er weer een nieuwe follikel ontwikkelt.

Slide 15 - Open question

De hypothalamus is een deel van de hersenen en scheidt een hormoon uit genaamd GnRH. Hiervoor is een bepaalde vetverhouding in het lichaam nodig. Door de afgifte van dit hormoon worden de hormonen FSH en LH vrijgemaakt uit de hypofyse. FSH stimuleert de groei van het aantal follikels met de eicellen in de eierstokken. Iemand die anorexia nervosa heeft, is vaak veel te dun en heeft ondergewicht. Bij meisjes die lijden aan anorexia nervosa, blijft de menstruatie vaak uit. Waardoor worden meisjes met anorexia nervosa niet ongesteld? (T2, 2p)
Gebruik je eigen schema

Slide 16 - Open question

Zwangerschap
Het embryo geeft HCG af

Zoek in je binas wat HCG doet en bedenk waar/hoe je dit in je schema zou kunnen verwerken
timer
2:30

Slide 17 - Slide

Bij een eventuele zwangerschap gaat het embryo een nieuw hormoon aanmaken: HCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand wordt gehouden. Leg aan de hand van je interactieschema uit wat dat dit leidt tot geen nieuwe ontwikkeling van een follikel

Slide 18 - Open question

Oefentoets
Maak de eerste vragen

Slide 19 - Slide